Ruwvoer

Hakselmoment voor eerste Vlaamse mais nadert

De maispercelen die het verst zijn, halen nu een drogestofgehalte van 27 procent
De maispercelen die het verst zijn, halen nu een drogestofgehalte van 27 procent

Als de afrijping op dezelfde voet doorgaat als vorige week, nadert in Vlaanderen het oogsttijdstip voor zeer vroege maisrassen die voor 10 mei gezaaid zijn. Die conclusie trekt het Landbouwcentrum voor Voedergewassen (LCV) uit de maismonsters van afgelopen week. 

Het drogestofgehalte van de vroeg gezaaide mais in Vlaanderen nam in een week tijd met 3,6 procent toe naar 24,4 procent. De met een zeer vroeg ras ingezaaide percelen op de Limburgse locaties in Oudsbergen en Tongeren wonnen zelfs ruim 4 procent droge stof en hadden op 29 augustus een drogestofgehalte van achtereenvolgens 26,5 en 27,0 procent.

Oogst voor late mais nog ver weg

Voor de latere rassen met een zaaidatum rond 10 tot 15 mei lijkt volgens het LCV een oogsttijdstip van begin oktober haalbaar. Voor de mais die (veel) later dan 15 mei is gezaaid, is de oogst nog absoluut niet in het vooruitzicht, constateert LCV. ‘Afhankelijk van ras en zaaidatum is deze mais nog maar net bezig aan de kolfvulling of moet de plant zelfs nog in bloei komen.’

Op de tussen 24 mei en 20 juni gezaaide locaties start LCV het monsteren van de mais binnenkort op.