De zonnestralen van vorige week hebben de kwaliteit van het laatste weidegras goed gedaan: het suikergehalte steeg en daarmee bleef ook de hoeveelheid vem op een hoog niveau.

De opname uit de wei loopt aardig terug en ook de smakelijkheid wordt minder. Met een opname van nog ongeveer twee kilo droge stof, loopt het weideseizoen langzaamaan tot een einde.

Vergeleken met vorige week zit er aanmerkelijk minder droge stof in het verse gras. Toch is de kwaliteit van het gras prima: uit weidegang halen de koeien nog een voedzaam toetje.

Het weidegras bevat verrassend veel suiker en prima waarden voor droge stof, verteerbaarheid en vem. Dat blijkt uit de versgrascijfers van deze week.

‘Er staat mooi weidegras dat nog prima benut kan worden.’ Zo vat Leo Tjoonk, ruwvoerspecialist bij Agrifirm, de versgrasdata van deze week samen.

Nu er veel gemaaid is, komt er veel etgroen vrij om mooi van te weiden en te stalvoeren.

Het mooie nazomerweer en voldoende bemesting hebben ervoor gezorgd dat het gras een kwaliteitssprongetje heeft gemaakt.

Ruweiwitgehalten van ruim boven de 200 gram en vemwaarden die langzamerhand dalen richting de grens van 900.

Deze zomer ging het gras niet door één zomerdip, maar door twee. Inmiddels gaat het met de grasgroei weer de goede kant op: klaar voor het eiwitrijke najaar.

De lagere bemestingsnormen worden langzamerhand zichtbaar in de graskwaliteit. Het eiwit stijgt weliswaar als gevolg van het seizoenseffect, maar de waarden voor suiker en vem zijn heel gewoon.

De kwaliteit van weidegras is de afgelopen week op de meeste meetlocaties mooi stabiel gebleven. Op een belangrijke uitzondering na: het suikergehalte.

Het eiwitgehalte blijft ook deze week wat achter, maar het drogestofgehalte is wat gestegen. Dat is opvallend voor deze tijd van het jaar.

Het eiwitgehalte in het gras is aan het stijgen. Dat blijkt uit de versgrasdata van deze week.

Was het anderhalve maand geleden nog huilen met de pet op, intussen ziet het er voor het gras een stuk rooskleuriger uit.

De graskwaliteit ligt hoger dan het langjarig gemiddelde, maar de verschillen tussen de regio’s zijn wel erg groot.