Ruwvoer

Twijfelachtig of laat gezaaide mais in Noord-Nederland nog rijp wordt

Mais die begin juni is gezaaid, zal in het noorden nog zeker tot de tweede helft van november nodig hebben om rijp te worden
Mais die begin juni is gezaaid, zal in het noorden nog zeker tot de tweede helft van november nodig hebben om rijp te worden

Veehouders in de noordelijke provincies die begin juni nog mais hebben gezaaid, moeten er serieus rekening mee houden dat het gewas dit jaar niet het optimale oogststadium zal bereiken.

Deze conclusie trekt Arie van der Wal, specialist ruwvoerteelt bij Agrifirm, op basis van de stand van het gewas en de te verwachten ontwikkeling van de temperatuur.

Hogere temperatuur versnelt afrijping

Temperatuur bepaalt naast daglengte, lichtintensiteit, vochtvoorziening en beschikbaarheid van meststoffen, voor een belangrijk deel de ontwikkeling van mais. ‘Mais kiemt sneller en bloeit eerder bij een hoge temperatuur. Een vroege bloei resulteert vaak in een hoger kolfaandeel en daardoor een hoger zetmeelgehalte en een hogere voederwaarde’, legt Van der Wal uit. Bij hogere temperaturen verloopt bovendien de afrijping sneller, waardoor eerder het oogstrijpe stadium wordt bereikt.

Oogstrijp bij 1500 tot 1550 graden T-som

Het effect van temperatuur kan worden uitgedrukt in de temperatuursom (T-som). De T-som is de som van de gemiddelde etmaaltemperatuur boven de zes graden Celsius. Als op een dag de gemiddelde etmaaltemperatuur vijftien graden is komt er bijvoorbeeld negen graden bovenop de T-som. De bloei van snijmais begint volgens de specialist ruwvoerteelt bij een T-som van ongeveer 800 tot 850 graden, gerekend vanaf de zaaidatum. Het oogstrijpe stadium wordt behaald bij een T-som van ongeveer 1500 tot 1550 graden. 

In zuiden twee weken later

Mais die begin mei werd gezaaid, had op 22 augustus in het zuiden van Nederland  een T-som bereikt van rond de 1350. Dit betekent dat deze mais nog circa 150 tot 200 graden T-som nodig heeft, voordat het optimale oogststadium wordt bereikt. Volgens het KNMI is het langjarig gemiddelde voor de T-som in Zuid-Nederland in augustus gemiddeld 12 graden per dag, in september gemiddeld ongeveer 9 en in oktober gemiddeld ongeveer 5. Dit betekent dat begin mei gezaaide mais vanaf de eerste week van september klaar zal zijn om geoogst te worden en daarmee ongeveer twee weken achterloopt op vorig jaar. Voor de zuidelijke mais die begin juni is gezaaid, was de T-som op 22 augustus 1033. Dit betekent dat de oogst van deze mais nog zeker tot de tweede week van oktober op zich zal laten wachten.

Late mais in noorden niet meer rijp

In het noorden van Nederland was de T-som voor begin mei gezaaide ongeveer 1200 op 22 augustus. Omdat ook de T-som in de komende maanden in Noord-Nederland lager is dan in Zuid-Nederland, duurt het nog tot eind september voordat deze mais rijp is. Mais die begin juni is gezaaid had op 22 augustus een T-som bereikt van 880, wat betekent dat deze mais in het noorden nog zeker tot tweede helft november nodig heeft om een T-som van 1500 te halen. ‘Het is dus maar helemaal de vraag of deze mais het optimale oogsttijdstip nog gaat bereiken’, concludeert Van der Wal. ‘Mais die nog later is gezaaid, zal vrijwel zeker niet meer rijp worden.’

Gebaseerd op vroege rassen

De specialist ruwvoerteelt merkt op dat de vuistregels voor wat betreft T-som en de ontwikkeling van mais zijn gebaseerd op vroege- en middenvroege rassen. Zeer vroege rassen zullen bij een wat lagere T-som oogstrijp zijn. ‘Sommigen spreken van 100-dagenmais, maar ik denk dat deze rassen in Noord-Nederland in de praktijk minstens 120 groeidagen nodig hebben’, stelt Van der Wal vast. ‘Dit betekent dat veehouders in de noordelijke provincies die in juni een zeer vroeg ras hebben gezaaid, ook nog zeker tot oktober geduld moeten hebben voor ze kunnen oogsten.’