Panel CRV-symposium: ‘Geen toekomst zonder innovatie’
‘Een sector die niet innoveert, is ten dode opgeschreven.’
André van Troost, CEO van Lely, wond er in de paneldiscussie tijdens het CRV-symposium ter ere van het 150-jarig bestaan van de coöperatie geen doekjes om. Zijn mede-panelleden waren het roerend met hem eens.
Innovatie blijft noodzaak
Van Troost voorspelde dat er roerige jaren aan komen. ‘Het is “survival of the fittest” de komende jaren. Maar voor de bedrijven die er over tien tot vijftien jaar nog zijn, voorzie ik een mooie toekomst. In 2050 moeten we op aarde 70 procent meer voedsel produceren om de wereldbevolking te kunnen voeden. We zullen daarvoor maximaal moeten investeren in innovatie. Een sector die niet innoveert, is ten dode opgeschreven’, stelde hij. Voor Lely blijft de thuismarkt in Nederland belangrijk voor de ontwikkeling van innovaties. ‘Meer vergunningsruimte van de overheid zou ons erg helpen.’
André van Troost, CEO van Lely:Omdat de consument het wil loopt over tien tot vijftien jaar het kalf bij de koe
Overheidssteun voor onderzoek
De noodzaak van innovatie werd door het panel volmondig onderstreept. Joris Relaes, administrateur-generaal van het Vlaamse onderzoeksinstituut ILVO, zag hierbij ook een rol voor de overheid. ‘Sommige nieuwe ideeën lijken voor het bedrijfsleven in eerste instantie niet interessant, maar zijn wel het onderzoeken waard. Dan is het goed als wij dit met overheidssteun oppakken. Op het moment dat innovaties naar de praktijk kunnen, kan het bedrijfsleven het van ons overnemen.’
Joris Relaes, administrateur-generaal van het ILVO:Sommige nieuwe ideeën lijken in eerste instantie niet interessant, maar zijn wel het onderzoeken waard
Roerige jaren in het verschiet
Namens CRV nam vicevoorzitter Jochem van der Starre deel aan de paneldiscussie in Nijkerk. Hij haakte in op de opmerking over schaalgrootte, waar de Nederlandse consument een vooroordeel over heeft. ‘Schaalvergroting leidt tot lagere kosten. Maar waarom hebben we het over schaalgrootte? In de discussie over toekomst moet het gaan over bijvoorbeeld dierwelzijn, en methaanreductie. De sector moet en kan met die onderwerpen aan de slag ongeacht bedrijfsomvang. En CRV kan daaraan bijdragen met fokkerij en data-oplossingen.’
Niet wetgever, maar consument bepaalt
Volgens de panelleden wordt de toekomst van de melk- en vleesveehouderij meer bepaald door consumentengedrag dan door wet- en regelgeving. ‘Over tien tot vijftien jaar loopt het kalf bij de koe, ga daar maar van uit. Het is de wens van de consument, die leidend is voor de manier waarop we hier nog melk kunnen produceren’, stelde Van Troost. ‘De consument bepaalt en daaruit volgt wetgeving. Boeren kunnen nu wellicht de wetgeving als grote belemmering zien in hun bedrijfsvoering, maar het is levensgevaarlijk om het consumentengedrag uit het oog te verliezen.’
Jochem van der Starre, vicevoorzitter van CRV:Waarom hebben we het over schaalgrootte? Het moet gaan over bijvoorbeeld dierwelzijn en methaanreductie, ongeacht bedrijfsomvang
Kosten gezamenlijk dragen
Troost stelde dat het belangrijk was om met de supermarktketens om tafel te gaan om de kostprijsverhogende maatregelen die boeren opgelegd krijgen, gezamenlijk te dragen. Mireille Einwachter, als directeur duurzaamheid bij FrieslandCampina aangeschoven aan de discussietafel, stelde dat de retail wel wil, maar niet weet hoe en waar ze moeten beginnen. ‘Je zult doelen met elkaar moeten afspreken en met kleine stapjes opereren. Nu liggen alle kosten voor verduurzaming bij de boer en daar moeten oplossingen voor komen in de hele keten.’
Mireille Einwachter, directeur duurzaamheid bij FrieslandCampina:We moeten niet gaan reageren vanuit de verdediging. We mogen trots zijn op onze veehouderijsector
Meer trots graag
Einwachter sloot positief af. ‘In deze discussie mis ik dat we trots kunnen zijn op de veehouderijsector. We moeten komende jaren niet gaan reageren vanuit de verdediging. Ik hoop dat we nog altijd trots zijn er en er nog steeds trotse boeren zijn als we over tien jaar weer bij elkaar zitten.’