Minder krachtvoer voeren maakt krachtvoerverbruik efficiënter
Koeien die na de eerste 80 dagen in lactatie minder krachtvoer per extra kg melk krijgen, zetten dit krachtvoer efficiënter om in melk dan koeien die volgens de standaard melkcurve gevoerd worden.
Deze conclusie trekken onderzoekers van het Vlaamse instituut ILVO uit een onderzoek naar mogelijkheden om via aanpassingen in de krachtvoercurve de eiwitbenutting van koeien te verhogen.
1 kg krachtvoer per 3 kg extra melk
De onderzoekers experimenteerden op zes bedrijven met de opbouw van de krachtvoercurve. Na een opstartcurve van 80 dagen werd overgeschakeld naar een curve op basis van melkproductie, Hierbij werd de gebruikelijke opbouw van gemiddeld 1 kg krachtvoer per 1,7 kg extra melk bij koeien en 1,6 kg extra melk bij vaarzen, vergeleken met een opbouw van gemiddeld 1 kg krachtvoer per 3 kg extra melk.
Voor vaarzen minder geschikt
De aanpassing had bij de koeien geen significant effect op de melkproductie en het vet- en eiwitgehalte. Wel werd er gemiddeld 224 gram minder krachtvoer per dier per dag gevoerd. Dit betekent dus dat de koeien het krachtvoer efficiënter benutten. Voor vaarzen is deze strategie volgens de onderzoekers minder geschikt, omdat deze dieren door de aanpassing significant minder melk met ook nog een significant lager vetgehalte produceerden. Overigens werd in dit onderzoek enkel gekeken naar productie en resultaten op de korte termijn. Wat deze strategie betekent voor de conditie, gezondheid en vruchtbaarheid van de koeien is niet vastgelegd.
Versneld naar melkcurve
De onderzoekers voerden ook een proef uit waarbij op vier bedrijven de koeien versneld krachtvoer kregen op basis van melkproductie. Oorspronkelijk kregen de koeien op deze bedrijven gemiddeld tot 80 dagen na afkalven een krachtvoergift volgens een vaste opstartcurve. Nu werd al op 50 dagen na afkalven overgeschakeld op een voercurve op basis van melkproductie.
Niet minder krachtvoer per kg melk
Deze strategie bleek echter niet effectief. Sneller omschakelen naar de melkcurve leverde voor koeien geen significante verschillen op in de productie van melk, vet en eiwit en het resulteerde ook niet in een lagere krachtvoergift per kg melk. Bij vaarzen leidde deze strategie zelfs tot een lagere meetmelkproductie.