Stikstof

Koeien & Kansenbedrijven verbeteren stikstofbodemoverschot fors

Het gemiddelde stikstofbodemoverschot daalde op de Koeien & Kansenbedrijven door een lagere mestgift en hogere grasopbrengst
Het gemiddelde stikstofbodemoverschot daalde op de Koeien & Kansenbedrijven door een lagere mestgift en hogere grasopbrengst

Het gemiddelde stikstofbodemoverschot op Koeien & Kansenbedrijven is gedaald van 162 kg N/ha in 2022 naar 132 kg N/ha in 2023. Dat komt door een lagere input van meststoffen en een hogere output van graskuil. 

Met deze daling is het gemiddelde doel van 143 kg N/ha op Koeien & Kansenbedrijven vorig jaar gehaald. De stikstofbenutting verbeterde met 6 procent en lag op 71 procent, zowel bij bedrijven met een hoge input in combinatie met een hoge output als bij bedrijven met een lage input en lage output. 

Minder dierlijke mest toegediend

Op de Koeien & Kansenbedrijven werd in 2023 gemiddeld 25 kg N/ha minder dierlijke mest toegediend dan het jaar ervoor als gevolg van korting van de gebruiksnormen, lagere gebruiksnormen in waterwingebieden, het stoppen met derogatie of lagere BES-normen. De kunstmesttoediening nam echter slechts met 5 kg N/ha toe. De gemiddelde stikstofinput daalde daardoor vorig jaar van 420 kg N/ha naar 400 kg N/ha. Daarvan is 50 procent toe te schrijven aan drijfmest, 25 procent aan kunstmest en het overige gedeelte aan andere bronnen zoals weidemest, mineralisatie, stikstofbinding door vlinderbloemigen en depositie. 

Stikstofoutput steeg door hogere grasopbrengst

Hoewel de stikstofbemesting lager was, nam door een hogere grasopbrengst de stikstofoutput toe. Deze steeg van 267 kg N/ha in 2022 naar bijna 270 kg N/ha in 2023. Van deze output wordt 65 procent toegerekend aan graskuil, bijna 25 procent aan weidegras en bijna 10 procent aan mais.