Convenant: maximaal 160 gram ruw eiwit in rantsoen van 2025

Verschillende organisaties uit de melkveehouderijsector hebben in een convenant afspraken gemaakt om het aandeel eiwit in het rantsoen stapsgewijs terug te brengen om de stikstofuitstoot te verlagen.
Het doel is om dit jaar via het zogenoemde 'veevoerspoor' het aandeel eiwit in het totale rantsoen te verlagen naar maximaal 160 gram per kg droge stof en in 2026 naar 158 gram. In 2023 lag dit nog op 163 gram.
Benchmark tankmelkureum
De verlaging moet bijdragen aan een lagere hoeveelheid stikstof in de mest. Deze week bleek uit cijfers van het CBS dat het uitdagend wordt voor de veehouderijsector om het stikstofplafond te halen.
In het convenant is afgesproken dat ZuivelNL een benchmark gaat introduceren voor het tankmelkureum. Via de benchmark krijgen veehouders door het jaar heen beter inzicht in het verloop van het ureum ten opzichte van vergelijkbare bedrijven en van voorgaande jaren.
De diervoedersector zal een monitoringssysteem opzetten om het ruweiwitgehalte in de rantsoenadviezen inzichtelijker te maken. Melkveehouders met een relatief hoog aandeel eiwit in het rantsoen worden door adviseurs van mengvoerbedrijven en door onafhankelijke adviseurs begeleid om het aandeel ruw eiwit verantwoord te verlagen. Ook financiƫle adviseurs gaan een rol spelen door de financiƫle voordelen inzichtelijker te maken.
Agractie tekende niet
Het convenant is breed gedragen en ondertekend door Nevedi, LTO Nederland, NAJK, DDB, Netwerk Grondig, De Natuurweide, ZuivelNL, NZO, Vereniging van Accountants en Belastingadviseurs (VLB), Boerenverstand, PPP-Agro Advies, Groeikracht en WUR. Agractie heeft er voor gekozen om geen handtekening te zetten onder het convenant. Volgens de organisatie leidt het voerspoor tot een groter 'stikstofgat' en wil eerst dat de minister dit probleem oplost. Het stikstofgat is het verschil tussen het berekende gehalte aan stikstof in de mest en de daadwerkelijke gehalte van de (afgevoerde) mest.
Stuurgroep voor bewaking van de voortgang
Als de doelstellingen niet gehaald worden, dan verbinden de partijen zich aan de voorwaarde van het opstellen van een verbeterprogramma. Voor de uitvoering en voortgangsbewaking van het convenant wordt een stuurgroep ingericht met aan een hoofd een onafhankelijke voorzitter.
Klik hier om de inhoud van het convenant te lezen.