Een op drie Koe en Eiwit-deelnemers haalt grens 155 gram ruw eiwit
Bijna een derde (32 procent) van de deelnemers aan het project Koe en Eiwit is er in 2023 in geslaagd om het projectdoel van 155 gram ruw eiwit per kg droge stof in het rantsoen te halen.
Ze scoren daarmee duidelijk lager dan het gemiddelde in Nederland, dat volgens een CBS-prognose in 2023 uitkomt op 165 gram per kg droge stof.
Gemiddeld 158 gram ruw eiwit per kg droge stof
Nog eens 29 procent van de bedrijven haalde een gemiddeld ruweiwitgehalte tussen de 156 en 160, zo blijkt uit een tussentijdse rapportage. Gemiddeld scoorden de bedrijven 158 gram ruw eiwit per kilo droge stof in het totale rantsoen, maar de variatie is groot.
De deelnemers op zandgrond – met het hoogste aandeel ruw eiwit uit krachtvoer en mais – halen lagere ruweiwitgehalten in het rantsoen (155 gram) dan de deelnemers op klei- en veengrond (beide 161 gram).
Aandeel mais meer bepalend dan grondsoort
Het aandeel mais lijkt nog meer dan de grondsoort bepalend voor het ruweiwitgehalte. Zo scoorden de bedrijven met meer dan een kwart mais in het rantsoen gemiddeld 152 gram ruw eiwit per kg droge stof, terwijl de bedrijven met minder dan vijf procent mais gemiddeld een ruweiwitgehalte van 162 gram noteren. De intensiteit van een bedrijf lijkt minder van invloed op het ruweiwitgehalte in het totale rantsoen.
Het kiezen van de juiste krachtvoersoort, gericht bemesten van het grasland en het juiste maaimoment kiezen waren in 2023 de populairste maatregelen om het ruweiwitgehalte in het rantsoen te verlagen.
155 deelnemers
Het vierjarige praktijkproject Koe en Eiwit startte in 2022. Aan het project doen in totaal 155 melkveehouders mee, die boeren op verschillende grondsoorten en met een verschillende productie-intensiteit. Bij de start van het project lag het gemiddelde ruweiwitgehalte van de deelnemers op het landelijk gemiddelde.