CEO FrieslandCampina: ‘Stikstofreductie niet associëren met veestapelreductie’
‘Stikstofreductie in Nederland dient niet geassocieerd te worden met veestapelreductie.’ Dat stelde Jan Derck van Karnebeek, algemeen directeur bij FrieslandCampina, tijdens de jaarlijkse conventie van de European Dairy Associaton (EDA). ‘Stuur het stikstofdebat naar output, niet naar veestapelreductie.’
Van Karnebeek gaf aan dat de focus op innovatie en efficiëntie ook oplossingen biedt voor het behalen van de emissiedoelstellingen en strengere derogatiewetgeving. ‘Met de ruimte tussen vandaag en de Nederlandse verkiezingen zijn er nog steeds mogelijkheden om van pad te veranderen’, zei hij.
Hierna verwees hij naar de mogelijkheden van een stikstofarm melkveerantsoen en regeneratieve landbouw. Als algemeen directeur van FrieslandCampina ziet hij het als plicht om zich met die boodschap te mengen in het politieke debat.
Grote vraag naar melk in België
Tijdens het debat op de EDA werd voorspeld dat er in 2030 door de stikstofcrisis 3 miljoen ton minder Nederlandse melk wordt geproduceerd. Jan Derck van Karnebeek hoopt dat het niet zover komt, maar hij heeft een plan klaarliggen om te schakelen in de toekomst waar nodig. Net zoals de andere aanwezige zuivelverwerkers ziet hij kansen om meer toegevoegde waarde te creëren per kilogram melk in plaats van de focus te richten op volumeverwerking, zoals gebeurde na het einde van het melkquotum.
‘In België is er momenteel vanuit zuivelverwerkers een enorme vraag naar melk’, zei Louis Ska, algemeen directeur van zuivelverwerker Laiterie des Ardennes en Solarec. ‘Zozeer zelfs dat een reductie in melkverwerkingsvolume mogelijk is en we onze producten moeten valoriseren om rendabel te blijven.’ Hij verwijst naar de productie van mozzarella als stap in de goede richting.
Lage voetafdruk als kracht
Ook de Europese duurzaamheidsdoelstelling werd aangehaald als een middel om waarde toe te voegen. Volgens Thierry Clémont, directeur bij zuivelverwerker Lactalis, is Europa nu al het duurzaamst op het gebied van melkproductie. En dat biedt kansen voor de afzet en export.
Clémont hekelt dan ook de vooruitzichten dat door wetgeving de melkproductie in de EU zal gaan dalen. ‘Overal ter wereld wordt er gestreefd naar een lage voetafdruk en die ligt in Europa het laagst’, stelde hij. Hij zag dan ook melk met een lage CO2-emissie als sterkte in de internationale markt. ‘Maar daarvoor moet de zuivelindustrie van mentaliteit veranderen’, gaf hij aan. ‘In plaats van onze boeren een lage melkprijs uit te betalen moeten we als zuivelverwerkers investeren in veehouders om emissies te reduceren.’ Hierbij wees hij naar het werken met koolstofcertificaten als voorbeeld.
Jan Derck van Karnebeek was het daarmee eens: ‘Als zuivelverwerker moeten we de kosten voor verduurzaming vertalen naar een economische waarde. Alleen zo kan een boer rendabel verduurzamen.’