‘Hogere aanvoerleeftijd maakt koppel vleeskalveren juist kwetsbaarder’
‘Vleeskalveren zijn in de praktijk lang niet altijd minder kwetsbaar als ze op een leeftijd van vier in plaats van twee weken oud naar de vleeskalverhouderij gaan.’
Dit zegt Wim Thus, voorzitter van de vakgroep vleeskalverhouderij van LTO Nederland, in een interview in Veeteelt en VeeteeltVlees.
Meer variatie maakt kwetsbaarder
Thus baseert zijn stelling op de ervaringen van vleeskalverhouders met kalveren uit Duitsland. Daar is de minimale transportleeftijd begin dit jaar verhoogd van twee naar vier weken. ‘Melkveehouders gaan heel verschillend om met kalveren. Hoe langer de kalveren op de melkveebedrijven blijven, hoe groter de variatie in dieren die naar de vleeskalverhouderij gaan. Dat maakt een oudere koppel juist kwetsbaarder’, hoort hij van vleeskalverhouders.
Zwaardere dieren vragen meer antibiotica
Volgens de rapportage van de Diergeneesmiddelenautoriteit SDa is het antibioticumgebruik in de vleeskalversector in 2022 met 5,6 procent gestegen. ‘Vermindering van het antibioticumgebruik heeft de volle aandacht, maar het wordt de kalverhouderij niet gemakkelijk gemaakt’’, reageert Thus. Hij doelt hierbij op de ervaringen met de kwetsbaarheid van koppels Duitse kalveren. ‘Als deze een koppelbehandeling extra nodig hebben, loopt het antibioticumgebruik snel op. Zeker omdat er meer werkzame stof nodig is, omdat de kalveren ouder en daardoor zwaarder zijn’, verklaart de vakgroepsvoorzitter.
Leeftijdseis in EU gelijktrekken
Thus houdt er echter sterk rekening mee dat ook Nederlandse kalveren in de toekomst langer op het melkveebedrijf zullen moeten blijven. ‘Daar zullen we ons op aan moeten passen en de ervaringen die we nu opdoen met Duitse kalveren zullen daarbij helpen’, denkt hij. ‘Maar wat ons betreft moet een aangepaste leeftijdseis wel voor alle EU-landen gaan gelden. Een ongelijk Europees speelveld is zeer ongewenst.’
De septemberedities van Veeteelt en VeeteeltVlees met het interview met Wim Thus verschijnen eind deze week.