Transportleeftijd van kalveren ter discussie in de EU
Vanaf 2023 mogen Duitse melkveehouders kalveren pas na 28 dagen transporteren.
De discussie rondom de minimumleeftijd van kalvertransport is ook bij de Europese Commissie een onderwerp van gesprek.
Ervaring opdoen met Duitse kalveren
‘De Europese Unie is voornemens de regelgeving aan te passen, maar dat is een jarenlang traject’, vertelt Jeannette van de Ven, portefeuillehouder Gezonde Dieren van LTO. ‘Daarom is het voor de kalverhouderij goed om volgend jaar met de oudere Duitse kalveren ervaringen op te doen.’
Importkalveren met name uit Duitsland
Voor de Nederlandse kalverhouderij heeft de aanvoer van oudere kalveren vanuit Duitsland immers gevolgen, stelt Wim Thus, voorzitter van de vakgroep vleeskalverhouderij van LTO. ‘Circa de helft van de kalveren in de vleeskalverhouderij in Nederland komt uit omringende landen en van alle geïmporteerde kalveren komt ruim zeventig procent uit Duitsland’, zo legt Thus uit. ‘Nu mengen we de kalveren uit verschillende landen vaak, maar misschien is het wel handig om de kalveren uit Duitsland bij elkaar te houden. Je hebt toch het liefst uniforme groepen met kalveren.’
Beste transportleeftijd arbitrair
Volgens Van de Ven is de discussie over transportleeftijd van kalveren niet nieuw. ‘De primaire regel is dat hoe langer een dier op één bedrijf kan zijn, hoe minder stress het ervaart. En ook transport heeft impact op het dier. Maar veel bewijs voor een bepaalde leeftijd is er niet. Daardoor blijft de vraag nog altijd bestaan wat de beste leeftijd is om een kalf naar de kalverhouder te transporteren’, aldus Van de Ven. ‘Het voelt arbitrair om de minimumleeftijd zomaar met twee weken te verhogen zonder dat duidelijk is of dat echt beter is voor het kalf of niet.’
In het hoofdverhaal van het meinummer van Veeteelt wordt uitgebreid stilgestaan bij de discussie over transportleeftijd van kalveren.