FAO pleit voor meer vlees en zuivel uit Nederland
‘Landen met een efficiënte productie, zoals Nederland en Vlaanderen, kunnen een grote bijdrage leveren aan het klimaat als zij meer vlees en zuivel zouden produceren voor de wereldmarkt.’
Dit schrijft de FAO, de voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties, in een rapport over de gevolgen van het nemen van klimaatmaatregelen voor de toekomst van de wereldwijde voedselproductie.
Krimp veestapel slechte zaak
Als voorbeeld van de versnelde klimaatacties noemt het rapport het intensief houden van vee op de meest geschikte locaties. ‘Landen met een efficiënte productie, zoals Nederland en Vlaanderen, kunnen op die manier een grote bijdrage leveren aan het klimaat als zij meer vlees en zuivel zouden produceren voor de wereldmarkt’, stelt de FAO. Inkrimpen van de veestapel in rijke landen vindt de organisatie dan ook een spijtige zaak. ‘Het zet andere landen, met minder efficiënte productiemethoden, ertoe aan om hun productie op te voeren’, citeert opiniesite Foodlog de FAO. ‘Dat zou wereldwijd hogere netto-emissies opleveren.’ Overigens wijst de FAO ook op de mogelijkheden om door het exporteren van kennis en middelen de productie van dierlijk eiwit in andere landen efficiënter te maken.
Minder methaan door hogere productiviteit
Het rapport van de FAO onderstreept ook het economisch belang van vee op globaal niveau. Veehouderij draagt bij aan het levensonderhoud van ongeveer 1,7 miljard arme mensen en is een hoogwaardige bron van eiwitten en nutriënten. De organisatie liet daarom een lijst met klimaatacties opmaken voor de veehouderij. Globaal is deze sector namelijk verantwoordelijk voor 26 procent van de etherische emissies van broeikasgassen. Naast het intensiever houden van vee op geschikte locaties, zoals in Nederland en Nieuw-Zeeland, noemt de FAO acties als verbeteren van de productiviteit door betere genetica, voer- en begrazingspraktijken en diergezondheidszorg. De organisatie verwacht dat hiermee de wereldwijde methaanuitstoot door vee tegen 2030 ten opzichte van 2020 met 25 procent kan zijn verlaagd.