Gras

Temperatuursom loopt achter op andere jaren

Drijfmest kan inmiddels over de percelen met genoeg draagkracht, kunstmest moet wachten op een hogere T-som
Drijfmest kan inmiddels over de percelen met genoeg draagkracht, kunstmest moet wachten op een hogere T-som

Afhankelijk van de draagkracht is het op sommige percelen weer mogelijk om mest uit te rijden. Zeker drijfmest uit de volle mestputten kan de drogere percelen nu op, maar voor kunstmestgift moet de temperatuursom eerst nog wat omhoog.

Dat meldt het Landbouwcentrum voor Voedergewassen (LCV) op basis van de huidige Vlaamse omstandigheden. De T-som is in Vlaanderen nu nog ongeveer 140 graden, een stuk lager dan voorgaande jaren rond deze tijd. Gewoonlijk is de T-som nu al rond de 250 graden, de temperatuur waarbij het gras weer begint te groeien. Naar verwachting wordt deze grens over twee weken wel bereikt, zoals is te zien in onderstaande figuur.

Figuur 1 – Verloop van de temperatuursom van de afgelopen jaren (Retie, weergegevens KMI) (2025 gemeten waarde: rood, voorspelde waardes in grijs) (bron: LCV)

In Nederland ligt de T-som in de meeste gebieden ook lager dan andere jaren. In het binnenland ligt de T-som nu tussen de 100 en 150 graden, aan de kust is er met 150 tot 175 al wat meer warmte opgebouwd.

Warmere temperaturen op komst

Waar trager werkende mestsoorten zoals runderdrijfmest volgens het LCV zo vroeg mogelijk het land op kunnen, is bij kunstmest een T-som van 180 tot 250 graden geadviseerd. Voor drijfmest geldt dat dus niet. Zodra de draagkracht het toelaat, kan er uitgereden worden. Met de warmere temperaturen in het vooruitzicht kan de mineralisatie dan meteen op gang komen, aldus het LCV.