Gras

Extensief boeren kan lonen, maar extensief worden uitdagend

Gemiddeld 69 procent van het areaal van de meest extensieve groep bestond uit kruidenrijk grasland en natuurland
Gemiddeld 69 procent van het areaal van de meest extensieve groep bestond uit kruidenrijk grasland en natuurland

Melkveehouders die zijn overgestapt naar een meer extensieve bedrijfsvoering doen het economisch niet beter dan intensieve bedrijven. Toch kan extensief boeren wel geld opleveren. 

Dat blijkt uit het project Onder de Streep, waarin op 45 melkveebedrijven verspreid over Nederland onderzocht is wat de gevolgen zijn van een transitie naar een meer extensieve bedrijfsvoering. 

Meer dan 3000 uur weidegang

De meest extensieve groep had een meetmelkproductie van tussen de 2500 en 10.000 kg per hectare met een gemiddelde veebezetting van 1,2 gve. Gemiddeld 69 procent van hun areaal bestond uit kruidenrijk grasland (inclusief natuurland) en de koeien kregen meer dan 3000 uur weidegang per jaar. De gemiddelde melkproductie lag op bijna 5400 kg melk per koe. Het inkomen per onbetaalde arbeidsjaareenheid (oaje) lag op 48.500 euro. Dat is bijna 13.000 euro lager dan de meest intensieve groep, die meer dan 16.000 euro kg melk per hectare had. 

Vooral weg naar extensief is uitdagend

Toch wil dat niet zeggen dat er niet verdiend werd op de meest extensieve bedrijven. Zo lag het gemiddelde inkomen van deze groep hoger dan het Nederlands gemiddelde inkomen in de melkveehouderij. De resultaten van het project lijken daarmee aan te geven dat extensief zijn wel geld oplevert, maar extensief worden economisch uitdagend is. 

‘Extensief boeren kan zeer rendabel zijn als je eenmaal op dat punt bent gearriveerd’, zegt Rick Hoksbergen van Countus, die bij het project betrokken was. ‘De uitdaging zit vooral in de weg ernaartoe. Of er nu 50 of 100 koeien staan in de stal met een capaciteit voor 100 koeien, de afschrijving blijft hetzelfde. Dat gat moeten we zien te overbruggen.’

Meer over het onderzoek is te lezen in VeeteeltGRAS, dat als bijlage is verschenen bij het maartnummer van Veeteelt.