Recordvroege Vlaamse maisoogst nadert afronding

De afrijping van snijmaisvelden in Vlaanderen is dit jaar recordvroeg.
Veel proefvelden van het Vlaams Landbouwcentrum voor Voedergewassen (LCV) zijn al geoogst en ook op laat gezaaide percelen is de mais nu hakselklaar
Ook laat gezaaide mais nu rijp
Van de tien locaties waar het LCV in de afgelopen weken de afrijping van vijf rassen volgde, waren er op 4 september al vier gehakseld. Op de zes overgebleven locaties was het drogestofpercentage vorige week gemiddeld 37,8 procent en voor veel percelen was de loonwerker besteld. Vrijwel alle rassen hadden vorige week meer dan 35 procent droge stof. Ook op de in mei gezaaide proefvelden is de mais nu hakselklaar.
Twee tot drie weken vroeger
De mais op de Vlaamse proefvelden had dit jaar eind augustus gemiddeld al 35 procent droge stof. In de negen jaar dat het LCV nu de afrijping volgt, werd dit drogestofpercentage nooit eerder zo vroeg in het seizoen bereikt. Ook in 2022 was de mais vroeg rijp, maar in de meeste jaren werd de 35 procentgrens pas twee tot drie weken later bereikt. In 2021 duurde dit zelfs tot begin oktober en afgelopen jaar had de mais half oktober gemiddeld nog maar 33 procent droge stof.
Groene planten, rijpe kolven
Van de maispercelen waarvan voerfabrikant De Heus in Nederland de afrijping volgt, waren er vorige week al meerdere gehakseld. De late mais (FAO-getal 220) op het zuidelijk zand is nu ook rijp, net als de mais met een FAO-getal van 210 op het Friese zand. De percelen die nog niet hakselklaar zijn, wonnen afgelopen week weer enkele procenten droge stof. In West- en Noord-Nederland is de oogst nu ook op gang gekomen. De specialisten van De Heus komen met name in deze regio’s veel groene planten met rijpe kolven tegen. Ze adviseren maistelers dan ook om de kolf goed in de gaten te houden en zich niet te laten verrassen door een groen gewas.