Duizend Vlaamse boeren melden zich voor ‘vijfprocentmaatregel’
Het aantal Vlaamse veehouders dat zich heeft gemeld voor de ‘vijfprocentmaatregel’ is intussen opgelopen naar meer dan duizend. Dat meldt Jo Brouns, minister van Landbouw. Vorige week had Bram van Hecke tijdens het Boerenparlement van Limagrain gemeld dat de teller eind oktober nog maar op 100 stond.
Met deze melding voldoet een veehouder aan de opdracht om tegen 2025 vijf procent stikstof te reduceren. Tegen 2030 geldt een reductie voor de Vlaamse melkveesector van 25 procent. Vlaanderen telt volgend MCC Vlaanderen ruim 3400 melkveebedrijven.
Van Hecke noemde de onzekerheid die er in oktober was als belangrijke oorzaak voor de tegenvallende deelname. Milieuorganisaties, zoals Dryade, slepen de stikstofwetgeving en technieken voor de rechter, wat voor constante rechtsonzekerheid zorgt. Volgens Dryade is het decreet op drijfzand gebouwd. Ook zouden de technieken op lange termijn in de praktijk niet doen wat ze beloven te doen. Bovendien bracht het Wetenschappelijk Comité Luchtemissies Veehouderij (WeComV) recent negatief advies uit over een paar erkende stikstoftechnieken. Daaronder vallen ook stalvloeren met kleppen. ‘Boeren zijn daardoor bang om in stikstoftechnieken te investeren, terwijl deze technieken hard nodig zijn om aan de wettelijke normen te voldoen’, aldus Van Hecke.
Er bestaat geen wetenschappelijke zekerheid
‘Alles wat we doen ligt voor het oog van de rechter’, geeft Van Hecke aan. ‘En iets als absolute wetenschappelijke zekerheid bestaat niet. Wel wil de minister voor wat ademruimte voor boeren zorgen, binnen het decreet.' Zo was volgens Van Hecke de meldingsplicht voor de vijfprocentmaatregel vrij complex. ‘Die is nu versimpeld’, zegt hij. ‘In het meldingsformulier kunnen veehouders zelf aangeven welke maatregel ze nemen.'
Het Departement Omgeving geeft veehouders meer tijd om zich voor de maatregel te melden, maar de uitvoering van de maatregel moet wel voor 31 december 2025 gebeuren.
Tijdelijk minder dieren houden
Ook kan een veehouder besluiten om minder dieren te houden om te voldoen aan de vijfprocentmaatregel voor 31 december 2025. Als hij na die datum wil overstappen op een andere maatregel die ook minstens 5 procent haalt, dan mag dat, op voorwaarde dat dit in de vergunning wordt gezet. Hierdoor kan een veehouder eerst tijdelijk dieren afschalen en later een techniek plaatsen, zonder dierplaatsen kwijt te raken.
Ook heeft de minister van landbouw een paar aanpassingen aan de bestaande stikstoftechnieken voor rundvee goedgekeurd, om de technieken beter toepasbaar te maken op bedrijfsniveau. De aanpassingen zijn als volgt:
1. Beweiding
- Groepsbeweiding toegestaan voor:
- Melk- en kalfkoeien > 2 jaar
- Vrouwelijk jongvee < 2 jaar
- Meer categorieën weide-uren (flexibeler).
- Digitale registratie verdwijnt → logboek volstaat.
- Beweiding nu ook erkend bij potstallen.
2. Potstallen
- Beweiding toegestaan voor dezelfde diercategorieën.
- Reductie: 5 tot 11% afhankelijk van aantal dagen beweiding.
- Alternatief: 15 tot 20 uur per dag buiten laten.
- Pot moet zoveel mogelijk vrijgehouden worden.
3. Jongvee en vleesvee op roosters
- Mest uit de put verwijderen niet langer verplicht.
- Wie wel verwijdert → hogere reductie.
- Reductiepercentages verhoogd + extra stappen toegevoegd.
4. Jongvee en vleesvee op stro
- Uitmesten niet langer verplicht.
- Pot onaangeroerd laten volstaat.
- Hogere reductiepercentages en meer beweidingsstappen.
5. Kalveren
- Verlengde leegstand erkend als reductiemaatregel.
- Reductie: 5 tot 10% afhankelijk van aantal leegstandsdagen.
‘Fast lane’-procedure
Tot slot wordt volgens het kabinet gewerkt aan een snellere erkenning van de stikstoftechnieken op de PAS-Lijst, met een betere samenwerking tussen het administratief team (AT) en het WeComV. Deze organisaties kennen emmissiefactoren toe aan technieken en adviseren de overheid. Ook een ‘fast lane’-procedure moet technieken uit buurlanden sneller toepasbaar maken in Vlaanderen.