Een op de vijf melkveehouders houdt koeien het hele jaar op stal

Op een op de vijf melkveebedrijven stonden de koeien vorig jaar het hele jaar op stal, een stijging van 12 procent ten opzichte van 2023.
Ruim 460 duizend koeien, 31 procent van de totale Nederlandse melkveestapel, werd niet geweid, zo blijkt uit voorlopige cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Natte weer mogelijk oorzaak
In 2024 werden zo’n 50 duizend koeien meer permanent op stal gehouden dan in 2023. Het CBS geeft geen verklaring voor deze ontwikkeling, maar mogelijk is het natte weer een belangrijke reden waarom veehouders besloten de koeien niet te laten weiden.
Weideduur op weidebedrijven steeg wel
De weideduur bij niet-biologische weidebedrijven steeg vorig jaar licht ten opzichte van 2023. Op gangbare melkveebedrijven stonden de koeien gemiddeld 150 dagen in de wei. Bij overdag weiden verbleven de koeien gemiddeld 7 uur buiten, bij dag- en nachtweiden was dat 16 uur. In totaal komt dat uit op 1263 weide-uren, 12 uur meer dan in 2023.
Beperkt weiden komt bij niet-biologische bedrijven nog steeds vaker voor dan dag- en nachtweiden, al is het aantal dag- en nachtweidedagen licht gestegen ten opzichte van 2023. Vorig jaar graasde 14 procent van de weidekoeien zowel overdag als ’s nachts in de wei.
Aantal weide-uren nam bij biologische koeien iets af
Biologische koeien lliepen een stuk vaker buiten, ruim 50 dagen meer dan gangbaar gehouden koeien. Ook brachten ze dagelijks meer uren in de wei door dan de koeien op gangbare bedrijven: bij dagweiden gemiddeld 9 uur, bij dag- en nachtweiden gemiddeld 19 uur. Opvallend is wel dat biologische koeien vorig jaar 21 uur korter in de wei stonden dan in 2023, 2531 uur tegenover 2552 uur. Ook hiervoor kunnen de natte omstandigheden een verklaring zijn.
Op de biologische bedrijven graasden de koeien vaker overdag en ’s nachts in de wei dan op niet-biologische bedrijven. Circa 39 procent van de biologische koeien kwam dag en nacht buiten, een iets lager percentage dan in 2023 toen dit op 41 procent lag.