Reële kans op mycotoxinen in snijmais door stress
Het stressvolle groeiseizoen voor mais en de vochtige, warme periode rondom de aarvorming zorgen ervoor dat de aanwezigheid van mycotoxinen in snijmais dit jaar ‘reëel’ is.
Dat stelt Priscilla Freke, productspecialist bij DSM-Firmenich. ‘Mycotoxinen zijn gifstoffen die vooral tijdens het groeiseizoen door schimmels worden gevormd op de plant. Die gifstoffen kunnen al bij opname van kleine hoeveelheden voor problemen zorgen bij runderen op het gebied van vruchtbaarheid, immuniteit en darmgezondheid. Dit leidt vaak tot productieverliezen’, legt Freke uit.
De schimmelvorming vindt vooral plaats als gewassen stress ervaren volgens Freke. ‘Mais kende dit jaar een uitdagend groeiseizoen en is veelal te laat gezaaid. Rondom de periode van de aarvorming was het nat en warm, waardoor de kans op mycotoxinen in de mais ook dit jaar reëel is.’
Deactiveren en onschadelijk maken
DSM heeft een monitoringstool ontwikkeld, die de aanwezigheid van mycotoxinen voorspelt. Freke adviseert echter om maiskuilen te laten onderzoeken op de aanwezigheid van mycotoxinen. ‘Weet wat je straks gaat voeren’, stelt ze. De verschillen tussen percelen kunnen erg groot zijn.
Volgens de specialist kunnen veehouders de mais ook via DSM laten onderzoeken, waarna de uitslag wordt voorzien van een risicoberekening en advies. Dit onderzoek moet wel in samenwerking met de voerleverancier worden uitgevoerd, legt Freke uit. ‘Er zijn producten die mycotoxinen binden. Maar de voor het rund schadelijke mycotoxinen DON en ZEA laten zich niet binden. Die moet je onschadelijk maken door ze te deactiveren. Je moet ze als het ware in stukjes knippen of omvormen, zodat de restanten onschadelijk zijn.’
Mycofix van DSM is daar een voorbeeld van. ‘Dat is een product dat je moet toevoegen aan het rantsoen en wat pas in de koe begint te werken. De aanwezigheid van mycotoxinen in maiskuilen varieert enorm. Het is van belang alert te zijn als er actie nodig is.’