Voeding

Fosforgift in melkveerantsoen kan met een derde omlaag

Er wordt onnodig veel fosfor gevoerd aan melkvee
Er wordt onnodig veel fosfor gevoerd aan melkvee

De fosforgift in melkveerantsoenen kan zonder consequenties voor productie en diergezondheid met 30 procent omlaag. Dat blijkt uit een promotieonderzoek, uitgevoerd aan Wageningen Universiteit en de Universiteit van Utrecht.

In het begin van de lactatie verliest de koe veel fosfor via de melk. Op dat moment heeft ze ook nog een vrij lage voeropname, waardoor er ook weinig fosfor binnenkomt. Met het oog op het voorkomen van hypocalciëmie (melkziekte) verschaffen melkveehouders hun koeien daarom veel fosfor in het voer. ‘Maar dat is niet nodig’, legt universitair hoofddocent van Wageningen UR Jan Dijkstra uit. ‘Koeien zijn op dat moment echt in staat om fosfor samen met calcium uit het bot te mobiliseren.’

Fosforgift verlagen in droogstand

Dijkstra wijst op het belang van het voorbereiden van dit proces door in de droogstand de fosforgift te verlagen. ‘Op die manier stimuleer je het botmetabolisme en komt er na afkalven niet alleen makkelijker fosfor, maar ook calcium vrij uit het bot, waardoor het dier later minder last heeft van hypocalciëmie.’

Maar ook na die negatieve fosforbalans na het afkalven wordt er gedurende de lactatie in de praktijk nog te veel fosfor verschaft, weet Dijkstra. ‘Ander onderzoek toonde aan dat onder de P-norm voeren tijdens de volle lactatie ook geen negatieve effecten geeft. Ondanks het lage fosforgehalte in het rantsoen worden botvoorraden toch nog voldoende aangevuld’, weet Dijkstra. ‘In de praktijk zit het overgrote deel van de rantsoenen boven de fosforbehoeftenorm, terwijl ook onder die norm voederen geen probleem is.’

Minder druk op het milieu

Dijkstra stelt dat te veel fosfor in het voer op zich niet veel kwaad kan. ‘Maar het gaat gewoon via de mest weer verloren.’ Het Centraal Veevoederbureau (CVB) heeft een norm vastgelegd die de minimale hoeveelheid fosfor aanduidt die een koe dient op te nemen via het rantsoen. Dit om aan de behoefte van de koe te voldoen en tevens de P-uitscheiding via de mest te onderdrukken om zoetwatereutrofiëring te beperken.

De nieuwe studie toonde aan dat de fosforgift bij melkkoeien tot wel 30 procent onder deze behoeftenorm gereduceerd kan worden, zonder het veroorzaken van gezondheidsproblemen of daling in de melkproductie. ‘Het geeft op vlak van milieu alleen maar voordelen en daarnaast zijn de fosforvoorraden ook eindig. Het is daarom belangrijk om hier zuinig mee om te gaan’, sluit Dijkstra af.