ABN Amro: verkoop vlees- en zuivelvervangers met 3 procent gedaald
De verkoop van vlees- en zuivelvervangers nam de afgelopen jaren hard toe, maar is dit jaar met 3 procent gedaald. Dat blijkt uit onderzoek van ABN Amro en cijfers van onderzoeksbureau IRI. Desondanks verwacht de bank dat de verkoop van vleesvervangers richting 2030 kan verdubbelen.
In 2019 en 2020 nam de verkoop van vlees- en zuivelvervangers nog toe met 25 en 34 procent. Vorig jaar lag de toename met 7 procent al iets lager. Die dalende lijn zet zich voort met een afname van 3 procent in de eerste drie kwartalen van dit jaar.
Dalende koopkracht
ABN Amro wijt dat deels aan de dalende koopkracht van de consument en daarmee goedkopere supermarktaankopen. Daarnaast werden er meer supermarktaankopen gedaan in 2020 en 2021 als gevolg van de gesloten horeca door de coronamaatregelen. Een tegenvallende smaak en structuur zorgen er ook voor dat een consument niet opnieuw vlees- en zuivelvervangers koopt. Bovendien zijn vlees- en zuivelvervangers regelmatig in opspraak geweest in de media over hun soms toch niet zo duurzame en gezonde karakter.
Verdubbeling verkoop in 2030
ABN Amro ziet echter nog steeds een markt met potentie en verwacht dat de verkoop van vleesvervangers verdubbelt, omdat de markt voor plantaardige vervangers van kaas en yoghurt nog relatief jong is. Bovendien neemt het aantal consumenten dat wil verminderen of stoppen met het eten van vlees en zuivel toe. Daarnaast wil de overheid het aandeel eiwitten in het Nederlandse dieet in 2030 voor de helft uit plantaardige eiwitten laten bestaan, een toename van 10 procent. Een lagere prijs dan vlees of zuivel is volgens de bank hierbij wel essentieel.
Aandeel nog steeds klein
In vergelijking met vlees en zuivel is het aandeel vlees- en zuivelvervangers met zo’n 3 en 4 procent klein. Het grootste aandeel van zuivelvervangers zit in plantaardige melk.