Stikstof

Provincies starten vervolgonderzoek naar ondergrens stikstofvergunning

Een hogere ondergrens voor stikstofvergunningen zou een oplossing kunnen bieden voor PAS-melders en het verlenen van vergunningen makkelijker maken voor projecten met een beperkte stikstofuitstoot.
Een hogere ondergrens voor stikstofvergunningen zou een oplossing kunnen bieden voor PAS-melders en het verlenen van vergunningen makkelijker maken voor projecten met een beperkte stikstofuitstoot

Het is niet mogelijk om op basis van modelberekeningen een wetenschappelijk verantwoorde hogere ondergrens in te stellen voor het aanvragen van stikstofvergunningen.

Dit is de conclusie van een onderzoek van de Universiteit van Amsterdam en TNO, uitgevoerd op verzoek van het Interprovinciaal Overleg (IPO). De provincies willen samen met het ministerie van LVVN nu vervolgonderzoek opzetten, waarin niet alleen wordt gekeken naar modelberekeningen. ‘Snelheid is geboden’, aldus LTO.

Oplossing voor PAS-melders

Voor projecten die een (berekend) effect hebben op de stikstofdepositie op een natuurgebied dat kleiner is dan de ondergrens, hoeft geen stikstofvergunning te worden aangevraagd. Nu is deze ondergrens vastgesteld op 0,005 mol per hectare en dat is veel lager dan in de landen om ons heen. Een hogere ondergrens zou een oplossing kunnen bieden voor PAS-melders en het verlenen van vergunningen gemakkelijker maken voor projecten met een beperkte stikstofuitstoot. De onderzoekers van de UvA en TNO komen tot de conclusie dat nog (veel) meer onderzoek nodig is om een hogere ondergrens wetenschappelijk te onderbouwen. Overigens is ook de huidige ondergrens onvoldoende wetenschappelijk onderbouwd, net als de ondergrenzen in andere landen.

Vervolgonderzoek moet uitkomst bieden

IPO-woordvoerder Jelle Beemsterboer, namens de BBB gedeputeerde in Noord-Holland, stelt in een video dat de onderzoekers weliswaar geen wetenschappelijk onderbouwde ondergrens konden vaststellen, maar dat ze ook aangeven dat er waarschijnlijk wel een rekenkundige ondergrens is. Het IPO wil daarom samen met het ministerie van LVVN vervolgonderzoek opzetten waarin niet alleen wordt gekeken naar modelberekeningen. ‘Wij hopen en verwachten hiermee snel een rekenkundige ondergrens te kunnen vaststellen’, aldus Beemsterboer. In een brief aan de Tweede Kamer geeft ook minister Wiersma aan vervolgonderzoek uit te willen zetten. Ze zal de Kamer voor het einde van het jaar informeren over het vervolg.

LTO hoopt op expertoordeel

LTO reageert teleurgesteld op de uitkomsten van het onderzoek en spreekt van een gemiste kans. ‘In het rapport lijken zij zich meer te richten op juridische en politieke risico’s dan op wetenschappelijke feiten’, schrijft de belangenorganisatie in een reactie. LTO onderschrijft het advies van het IPO aan de minister van LVVN om de aangrijpingspunten uit het rapport spoedig op te pakken. ‘Op basis van een expertoordeel kan en moet er binnen afzienbare tijd een (hogere) ondergrens worden vastgesteld. Snelheid is geboden’, aldus LTO.

Klik hier om een video met de reactie van Jelle Beemsterboer te bekijken.