Stikstof

Mestplaatsing na 2026 verder onder druk door aanvullend beleid

Het verlies aan mestplaatsingsruimte is veruit het grootst in de provincie Noord-Brabant
Het verlies aan mestplaatsingsruimte is veruit het grootst in de provincie Noord-Brabant

Wetgeving voor bredere bufferstroken en de aanleg van nieuwe (agrarische) natuur leiden tot forse extra verliezen van mestplaatsingsruimte. In 2030 loopt de daling voor Nederland op tot 52 miljoen kg stikstof.

De verliezen zijn het grootst voor de provincies Noord-Brabant, Friesland, Overijssel en Zuid-Holland, blijkt uit berekeningen van het Nederlands Centrum voor Mestverwaarding (NCM).

Min 59 miljoen kg stikstof in 2026

Eerder dit jaar berekende het NCM al dat de plaatsingsruimte in 2026 in Nederland circa 59 miljoen kg stikstof kleiner is dan in 2022. Dit wordt veroorzaakt door verlies van derogatie, invoering van bufferstroken langs watervoerende sloten en beken, verlaging van mestexcretieplafonds en aanwijzing van nutriëntverontreinigde gebieden. 

Aanvullend beleid tot 2030

Voor de periode tot 2030 voorziet NCM aanvullend beleid dat de mestplaatsingsruimte verder beperkt. Zo is in het zevende Nitraatactieplan – de basis voor het mestbeleid – de invoering van bredere bufferstroken langs natuurlijke beken op zandgrond opgenomen. Het aankomende kabinet heeft aangekondigd deze te willen beperken tot maximaal 100 meter. Bovendien is in het Ontwerp Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) door het aftredende kabinet de doelstelling van 275.000 hectare nieuwe (agrarische) natuur opgenomen. In de berekeningen is NCM ervan uitgegaan dat deze grond niet meer bemest mag worden. Waarschijnlijk zullen de bredere bufferstroken en nieuwe natuur deels overlappen.

Grootste verlies in Noord-Brabant

De invoering van bredere bufferstroken langs beken heeft vooral effect op de plaatsingsruimte in de provincies Noord-Brabant, Limburg, Gelderland en Overijssel. De aanleg van nieuwe natuur hakt vooral in op de mestplaatsingsruimte in Noord-Brabant en Friesland. In totaal is het verlies aan mestplaatsingsruimte tussen 2026 en 2030 het grootst in Noord-Brabant (-13 miljoen kg stikstof), Friesland (-7 miljoen kg stikstof), Overijssel (-5 miljoen kg stikstof) en Zuid-Holland (-5 miljoen kg stikstof. Flevoland verliest nauwelijks extra mestplaatsingsruimte. In Noord Holland, Groningen en Zeeland blijft het verlies beperkt tot 2 miljoen kg stikstof.