Vooral ruwvoerkwaliteit en -opbrengst bepalen CO2-toeslag

De opbrengst, kwaliteit en benutting van ruwvoer blijken de belangrijkste factoren bij het werken aan een lagere CO2-uitstoot en daarmee aan het verkrijgen van een hogere CO2-toeslag.
Dat blijkt uit de analyse die FarmConsult maakte voor de CO2-uitstoot van melkveebedrijven waar ForFarmers data van verzamelde. Bij deze analyse werd gekeken naar de KringloopWijzer-resultaten over 2024.
Minder krachtvoer per kilogram meetmelk
De cijfers tonen dat de graskuilen van de tien procent klimaatvriendelijkste bedrijven gemiddeld 25 vem per kilogram ds meer bevatten dan het gemiddelde. Dankzij het hogere vem-aandeel in het gras zetten deze bedrijven ruwvoer heel efficiƫnt om in melk. Dit resulteert in een hogere melkproductie en minder krachtvoergebruik per 100 kilo meetmelk. Ook voeren de klimaatvriendelijkste bedrijven zo 2,5 kilogram krachtvoer minder dan het gemiddelde van 25 kilogram krachtvoer per 100 kilogram meetmelk.
Duurzaamheidstoeslag FrieslandCampina
FrieslandCampina keert in juni duurzaamheidstoeslagen over 2024 uit aan melkveehouders, waaronder de toeslag voor een lage CO2-emissie. Op basis van een uitstoot van 847 gram per kilo melk kan een bedrijf met een jaarproductie van 1 miljoen kilogram melk rekenen op een toeslag van 10.525 euro. De koplopers, met een gemiddelde uitstoot van 734 gram CO2 per kilogram melk, ontvangen de maximale toeslag van 15.000 euro bij levering van 1 miljoen kilogram melk. Deze maximale toeslag geldt voor bedrijven met een maximale uitstoot per kilo melk van 750 gram CO2.