Rantsoen met honderd procent weegbree in onderzoek voor methaanreductie
Op Dairy Campus van Wageningen Universiteit (WUR) wordt het effect van een rantsoen met honderd procent vers weegbree bekeken. Volgens literatuuronderzoek heeft weegbree als voer een methaanreducerend effect.
In het onderzoek wordt weegbree gemaaid en vers in de stal gevoerd.
Gezond voor melkconsument
‘Weegbree bevat van nature bepaalde plantmetabolieten die in theorie de vorming van methaan in de pens verhinderen’, zegt Ronald Zom, onderzoeker voeding herkauwers op Dairy Campus. Hij doelt op tanines en saponines. ‘Of voeren van de plant daadwerkelijk methaan reduceert, moet nog blijken uit ons onderzoek’, vertelt hij. ‘Wel weten we dat de bioactieve componenten van smalle weegbree in de melk terug te vinden zijn. Deze plantmetabolieten zijn goed voor de gezondheid voor de melk drinkende consument. Of het ook effecten heeft op de melkproductie of gezondheid van de koe, bekijken we nog in de proef.’
Voeropname gelijk aan vers gras
Zom twijfelt of een rantsoen met uitsluitend smalle weegbree in de praktijk werkbaar is. ‘De onkruidbestrijding bij een maaiweide met enkel smalle weegbree is moeilijk’, vertelt hij. ‘Daarnaast veroudert het gewas snel na het lossen van de verse weegbree aan het voerhek.’ Toch was dit in de proef van Zom niet negatief voor de voeropname. ‘De voeropname is dezelfde als die van vers gras’, ondervond hij.
Volgens het Vlaamse coördinatiecentrum voor biologische teelt (CCBT) heeft smalle weegbree een vem-waarde van 840. Maar volgens Zom klopt deze vem-waarde niet honderd procent: ‘Bij de vem-berekening van smalle weegbree wordt de verteringscoëfficiënt voor gras gebruikt, omdat die van smalle weegbree nog niet bekend is.’
Aan de hand van verteringsproeven wil Dairy Campus de verteringwijze en dus verteringscoëfficiënt van smalle weegbree achterhalen.
Moeilijk weegbree in de mat te houden
Naast de proef met het stalvoeren liep er nog een tweede proef op Dairy Campus met weegbree in een beweidingssysteem. Hierin werd geen effect op de methaanproductie gevonden. Onderzoekers vermoeden dat dit te maken heeft met de omstandigheden van de proef.
‘In de wei selecteren koeien veel en we weten nooit precies hoeveel kilogram weegbree ze daadwerkelijk opnemen’, vertelt projectleider Cindy Klootwijk. Ze geeft aan dat de zode uit zo’n 8 tot 25 procent weegbree bestond. Ook de competitie van snelgroeiende grassen en andere kruiden was hoog, waardoor het moeilijk was smalle weegbree in de grasmat te houden.
De onderzoekers zijn benieuwd naar het resultaat van de proef met weegbree aan het voerhek. Daarin wordt namelijk wel gemeten hoeveel weegbree de koe precies vreet.