Methode van vernietigen vanggewas heeft geen effect op stikstofnalevering
De methode van vernietigen van een vanggewas Italiaans raaigras heeft geen effect op de hoeveelheid beschikbare stikstof in de bodem.
Dit blijkt uit veldonderzoek binnen de PPS Ruwvoer, Bodem en Kringlooplandbouw.
Glyfosaat versus frees en schijveneg
De onderzoekers vergeleken in 2021 en 2022 drie methoden van vernietigen van een vanggewas Italiaans raaigras voor de teelt van snijmais. Naast chemisch vernietigen met glyfosaat pasten ze twee manieren van mechanisch vernietigen toe: een intensieve bewerking met een frees en een minder intensieve bewerking met een schijveneg. Na deze bewerking werden tot half juli iedere vier weken grondmonsters genomen van de bovenste 60 centimeter van de bouwvoor om de voorraad minerale (beschikbare) stikstof te bepalen.
Beschikbare stikstof gelijk
Begin juni en half juli waren er in beide jaren geen duidelijke verschillen in de hoeveelheid beschikbare stikstof tussen de verschillende methoden van vernietigen. Ook de hoeveelheid stikstof die half juli was opgenomen door het maisgewas verschilde niet tussen de methoden van vernietigen. De onderzoekers zagen voor de beschikbare hoeveelheid stikstof alleen in het eerste jaar een minimaal verschil tussen een intensieve en een minder intensieve mechanische bewerking.
Advies blijft vroeg vernietigen
In het onderzoek werden ook twee tijdstippen van vernietigen vergeleken: vroeg (begin maart) en laat (begin april). Vroeg vernietigen leverde tot begin juni meer minerale stikstof in de bodem op. Half juli was er geen verschil meer. Toch adviseren de onderzoekers het vanggewas vroeg te vernietigen om te voorkomen dat dit gewas te veel vocht aan de bodem onttrekt. Bij een minder goed ontwikkeld vanggewas kan vernietigen uitstellen minder kwaad.