Meer organische stof in bodem verbetert benutting stikstof uit kunstmest niet
Een hoger gehalte organische stof in de bodem verbetert de benutting van stikstof uit kunstmest niet.
Dit concluderen onderzoekers van Wageningen UR uit verschillende proeven en literatuurstudies.
Kringlopen koolstof en stikstof verbonden
Volgens de onderzoekers zijn de kringlopen van koolstof en stikstof in de bodem nauw met elkaar verbonden. Hierdoor kan het toedienen van meer organische stof effect hebben op de vastlegging en verliezen van minerale stikstof. Ze onderzochten dit verband in een aantal potproeven. Hierin bekeken ze hoe vers toegevoegde organische stof en in de bodem aanwezige oudere organische stof de benutting ven stikstof uit kunstmest beïnvloedden.
Meer stikstofvastlegging, minder gewasgroei
Uit de proeven kwam onder andere naar voren dat verse organische stof met een hoge C/N-verhouding (bijvoorbeeld stro) zorgt voor een aanzienlijke verlaging van de hoge stikstofconcentratie in de bodem na toedienen van kunstmest. De verklaring hiervoor is dat deze stikstof in organische vorm wordt vastgelegd. Dat vermindert het risico op uitspoeling. Maar ook daalt de stikstofopname en daarmee de productie van het gewas dat op deze bodem geteeld wordt. De mineralisatie van de organisch vastgelegde stikstof was te traag voor een goede gewasgroei. Ook lijkt het gebruik van stro het risico te verhogen op gasvormige stikstofverliezen uit kunstmest.
Geen hogere stikstofopname
Meer organische stof in de bodem leidt tot meer schimmels en bacteriën. Bovendien is in bodems met meer organische stof meer potentieel mineraliseerbare stikstof en stikstof in microbiële biomassa aanwezig. Mogelijke voordelen hiervan, zoals minder uitspoeling, een betere bodemstructuur en meer veerkracht bij weersextremen, leidden in geen van de proeven tot een hogere stikstofopname door het gewas of een hogere gewasproductie. ‘Een langetermijnbeheer gericht op de opbouw van organische stof helpt niet om stikstofverliezen te verlagen’, concluderen de onderzoekers. En deze conclusie wordt volgens hen ondersteund door de resultaten van eerder uitgevoerd onderzoek.