Kijk op mais: afgelopen week toename van 3 tot 5 procent aan droge stof
‘De snijmais is al rijper dan je denkt.’ Dat is de conclusie die Arnee Korevaar trekt naar aanleiding van de wekelijkse drogestofbepaling van snijmais door De Heus.
Op negen locaties in Nederland en Vlaanderen bepaalt De Heus wekelijks het drogestofpercentage van de snijmais. Die waarden worden elke maandagmiddag genoteerd op de site Kijk op mais.
Oogstmoment komt in zicht
‘Afgelopen week zagen we al dat de afrijping van de mais snel gaat’, vertelt Korevaar. Het drogestofpercentage varieerde van 25 tot 39 procent, afhankelijk van de regio, het ras en de zaaidatum. ‘Door de hoge temperaturen ging het afgelopen week hard met een toename van drie tot vijf procent droge stof.’
Dat betekent dat in sommige regio’s het oogstmoment in zicht komt. ‘Door de maisveredeling blijven planten langer groen. Dat is positief, maar daardoor kun je je snel vergissen in het drogestofpercentage’, legt Korevaar uit. ‘Vorig jaar zagen we dat veel mais te laat was geoogst. Er waren veel kuilen met meer dan veertig procent droge stof. Dat maakt de kuilen broeigevoelig, maar zorgt ook voor bestendiger zetmeel wat de koe niet optimaal meer kan benutten.’
Negen Vlaamse percelen
In Vlaanderen volgt het Landbouwcentrum voor Voedergewassen de drogestofpercentages van snijmais op negen percelen op de voet. Bij de laatste meeting van 31 augustus lag het gemiddelde drogestofpercentage op 26 procent. Het droogste was de snijmais op het perceel in Meeuwen (28,3%) en het natst in Poperinge (22,6%).
Laat je niet verrassen
De verschillen tussen de regio’s zijn ook in Nederland vooralsnog groot. ‘De mais die in de eerste week van mei is gezaaid, is duidelijk al een stuk verder dan mais die vanaf de derde week van mei is gezaaid’, aldus Korevaar. ‘Ga vanaf nu regelmatig kijken in je maisperceel om te kijken hoe ver het is. Zorg dat je niet verrast wordt en dat je tijdig de loonwerker kunt inschakelen.’