Jubilerend DSV ziet vitale bodem als schakel in landbouwtransitie
‘De landbouw gaat een nieuwe fase in. In deze transitie staat de bodem op de eerste plaats. De inzet van vlinderbloemige gewassen staat op plaats twee.’
Jos Deckers, verkoopdirecteur Nederland-België bij DSV-zaden, legt uit waarom het zaadveredelingsbedrijf ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan een jaar lang de bodem centraal stelt in zijn communicatie. ‘De bodem is van belang voor kwaliteit van water, lucht en biodiversiteit. Niet voor niets dat via het Gemeenschappelijk landbouwbeleid wisselteelt wordt gestimuleerd om de bodem te verbeteren.’
Niet alleen klaver
Opvallend is dat Deckers het heeft over een toenemend belang van vlinderbloemigen en niet specifiek klavers noemt. ‘Naast klaver kunnen ook wikken, luzerne en witte lupinen stikstof binden. In de veredeling kijken we bewust ook naar deze gewassen,omdat ze elk specifieke eigenschappen hebben. Vergis je niet, in Duitsland wordt jaarlijks 15.000 hectare aan witte lupinen geteeld’, zo vertelt Deckers.
Voederwaarde sorghum verbeterd
Dat de teelt van alternatieve gewassen vooralsnog geen grote vlucht heeft genomen, omdat de opbrengsten lager liggen dan mais en gras, erkent Deckers. ‘We blijven mais en gras nodig hebben voor ruwvoer. Maar de voederwaarde van een gewas als sorghum is dankzij veredeling al flink verbeterd. Je kunt het nog niet vergelijken met mais, maar sorghum heeft wel weer de eigenschap dat het heel diep kan wortelen. Sorghum wordt nu erkend als rustgewas in het GLB en dat kan zorgen voor een grotere populariteit.’
Mengsel van raaigras, wikken en klaver
Er kan ook geleerd worden van het verleden, stelt Deckers. Hij wijst op het product Landsberger Gemenge dat 100 jaar geleden door DSV werd geïntroduceerd. Het mengsel van Italiaans raaigras, wikken en inkarnaatklaver verbeterde in de tijd dat kunstmest niet bestond de bodemvruchtbaarheid en leverde veel ruwvoer op. ‘TerraLife Landsberger Gemenge is na 100 jaar in veel Europese landen een begrip en wordt nog altijd actief geteeld. De gebruikte rassen zijn verbeterd, maar de samenstelling is nog altijd hetzelfde.’
Op juiste moment juiste gewassen
Volgens Deckers moeten gewasveredelaars tien tot vijftien jaar vooruit kijken om op het juiste moment de juiste gewassen aan te kunnen bieden. ‘Elke gewas heeft specifieke eigenschappen die verder gaan dan alleen opbrengst of kwaliteit. Voor ons is het de opdracht robuuste, gezonde gewassen en teeltsystemen te ontwikkelen die met minder bemesting voor stabiele en hoogwaardige opbrengsten zorgen.’