Economisch belang van ruwvoerkwaliteit sterk gestegen
In de afgelopen twee jaar was het saldo per koe veel meer afhankelijk van de melkproductie uit ruwvoer dan van de totale gemiddelde melkproductie. Het economisch belang van een goede ruwvoerkwaliteit is daarmee sterk gestegen
Deze conclusie trekken adviseurs van Liba op basis van boekhoudgegevens.
Kengetal ruwvoermelk
Als maat voor de melkproductie uit ruwvoer gebruikt Liba het kengetal ruwvoermelk. Dit wordt berekend door de gemiddelde productie per koe in liters vet- en eiwitgecorrigeerde melk te verminderen met de gemiddelde krachtvoergift in kg per koe maal 1,35. De adviseurs gaan er dus vanuit dat koeien gemiddeld 1,35 liter melk maken uit een kg krachtvoer. Onder krachtvoer rekenen ze ook bijproducten. De gevoerde hoeveelheid hiervan rekenen ze om naar 90 procent droge stof.
Correlatie met totale melkproductie gehalveerd
Om het economisch belang van de totale melkproductie en de ruwvoermelkproductie uit te drukken berekenden de adviseurs de zogenaamde correlatie met het saldo per koe. Dit getal tussen 0 en 1 geeft aan hoe sterk twee kengetallen met elkaar samenhangen. Hoe dichter bij 1, hoe sterker het verband. De correlatie tussen het saldo per koe en de totale gemiddelde melkproductie was volgens Liba in 2018 nog 0,28. In 2021 was deze samenhang gedaald naar 0,14. De samenhang tussen saldo en ruwvoermelkproductie nam in deze zelfde periode juist toe. In 2018 was de correlatie tussen deze kengetallen nog 0,22, in 2021 was dit 0,30 en in 2020 zelfs 0,39.
Krachtvoerkosten harder gestegen dan teeltkosten
Het sterk gestegen economisch belang van een hoge ruwvoerproductie wijt Liba aan de ontwikkeling van de kosten voor krachtvoer. Deze zijn in 2020 en 2021 veel meer gestegen dan de teeltkosten voor ruwvoer. Overigens wijzen de adviseurs er wel op dat in 2022 ook de teeltkosten sterk zijn opgelopen door hogere prijzen voor onder andere kunstmest en loonwerk.
Plus 60 vem is 4,5 liter melk extra
De ontwikkeling van de correlatie benadrukt volgens Liba het toenemend belang van een goede ruwvoerkwaliteit. Als de gemiddelde vem-waarde van ruwvoer met 60 vem stijgt kunnen koeien daar in theorie 4,5 liter melk per dag meer van produceren. Dit heeft direct te maken met de hogere voerderwaarde. Maar daarnaast zullen koeien ruwvoer met een hogere voederwaarde meer opnemen door een betere smakelijkheid en een lagere verzadigingswaarde. Verbetering van de ruwvoerkwaliteit heeft dus een dubbel effect. Of dit effect ook daadwerkelijk gerealiseerd wordt is onder andere afhankelijk van de gezondheid en vruchtbaarheid van de koeien.