Ruwvoer

40 tot 50 procent van broeikasgassen komt uit pensfermentatie

Het grootste deel van de broeikasgasemissies uit melkproductie wordt veroorzaakt door pensfermentatie. (Ruw)voer is het belangrijkste punt om op te sturen
Het grootste deel van de broeikasgasemissies uit melkproductie wordt veroorzaakt door pensfermentatie; (ruw)voer is het belangrijkste punt om op te sturen

Als het gaat om de CO2-afdruk van melk, dan is methaan uit pensfermentatie de grootste bijdrager. Met 40 tot 50 procent op de gehele voetafdruk is er op het gebied van voeding dan ook de meeste reductie te behalen.

Dat is een van de conclusies uit het hoofdverhaal van het januarinummer van Veeteelt, dat ingaat op de vraag  waar de meeste broeikasgasemissies plaatsvinden en welke reductiemaatregelen daarom het effectiefst zijn.

Veel aandacht naar pensfermentatie

Volgens Michel de Haan, projectleider van onder andere KringloopWijzer bij Wageningen Livestock Research, ligt het voor de hand dat er veel aandacht wordt besteed aan pensfermentatie. ‘In veel onderzoeken wordt gekeken naar reductie van emissie uit de pens. Denk daarbij ook aan producten als Bovaer en Silvaer. In de KringloopWijzer kunnen deze producten vanaf dit jaar worden meegeteld.’

Aankoop van producten heeft impact

Op nummer twee van de grootste bijdragers aan CO2-uitstoot van melk staat aanvoer van voer en (kunst)mest. Met 20 tot 30 procent is wat je als veehouder aankoopt ook een aardige factor in broeikasgasemissies. Mestopslag bepaalt 10 tot 15 procent van de uitstoot en voerproductie doet met 5 tot 10 procent ook nog mee.

De broeikasgasuitstoot van melkproductie komt voort uit onder meer pensfermentatie, aankoop van (kunst)mest en mestopslag (weergegeven percentages op basis van informatie uit KringloopWijzer)
De broeikasgasuitstoot van melkproductie komt voort uit onder meer pensfermentatie, aankoop van (kunst)mest en mestopslag (weergegeven percentages op basis van informatie uit KringloopWijzer)

Driekwart van uitstoot is afkomstig van voer

Volgens Robert Meijer, marketingmanager bij ForFarmers, is al met al driekwart van de CO2-voetafdruk direct of indirect afkomstig van voer. Denk hierbij aan grondstoffen voor bijvoorbeeld krachtvoer, maar ook ruwvoer is een belangrijke factor om op te sturen. ‘Ruwvoer is circa twee derde van het rantsoen en daarmee echt de basis voor een lage CO2-uitstoot. Door goed en passend ruwvoer kan er ook gerichter voor aanvullend krachtvoer gekozen worden’, aldus Meijer. Uiteindelijk leidt dat tot een efficiënte melkproductie, zodat de emissies over meer liters melk zijn te verdelen.

Beginnen met sturen op goed ruwvoer

De kwaliteit van ruwvoer heeft ook een direct effect op de pens. Meer structuur leidt tot meer methaanuitstoot van de pensmicroben. Een goede graskuil maken is dan ook een van de maatregelen waar elke veehouder al mee kan werken, voordat er geïnvesteerd hoeft te worden in methaanremmers. Als daar niets meer te behalen valt, wordt een methaanremmer interessant.

De kosten hiervoor kunnen 80 tot 90 euro per koe per jaar zijn. Onder andere vanwege die afweging is FrieslandCampina dit jaar begonnen met een vergoeding voor inzet voor broeikasgasreductie, van maximaal 1,5 cent extra per kilogram melk.

Meer over te nemen maatregelen voor broeikasgasreductie lees je in het januarinummer van Veeteelt, dat deze week is verschenen.