Politiek

Verplichte teeltrotatie maakt het melkveehouders moeilijk

mais
De rotatieverplichting maakt het voor melkveehouders wiens bedrijfsplan bestaat uit 60% tot 70% mais moeilijk om aan de verplichting te voldoen.

De nieuwe regels voor teeltrotatie in het Vlaamse Gemeenschappelijk landbouwbeleid maken het invullen van het bouwplan niet makkelijk voor melkveehouders met veel mais in het bouwplan.

Binnen het nieuwe GLB zal een landbouwer moeten voldoen aan gewasrotatieverplichtingen op bedrijfsniveau en op perceelsniveau. ‘Vooral de verplichting op perceelsniveau maakt ieder jaar mais op hetzelfde perceel telen lastig’, vertelt Filip Desmyter adviseur bij Jorion Philip-Seeds. ‘Deze verplichting stelt dat een boer vanaf 2022 maximaal 3 jaar dezelfde hoofdteelt op hetzelfde perceel mag telen. En dat geldt voor 100% van het areaal bouwland op bedrijfsniveau. Dat maakt het voor melkveehouders met 60% tot 70% mais in het bouwplan moeilijk om aan de verplichting te voldoen.' Hij schets oplossingen: ‘Het kan nuttig zijn om via de agromilieumaatregelen 2 à 3 jaar luzerne, gras/klaver of een gras/kruiden mengsel te alterneren met mais. Andere mogelijke rotatieteelten voor melkveehouders zijn sorghum of mengsels met graan en eiwitteelten, - de zogenaamde Méteil mengels - zoals vlinderbloemigen met wintergraan. Deze worden veelal ingekuild als gps. Ook droog oogsten kan.’

Wie niet voldoet aan verplichting, wordt gesanctioneerd

Het is volgens Desmyter belangrijk om aan deze teeltrotatie te voldoen want deze verplichting behoort tot een van de conditionaliteiten of randvoorwaarden in het nieuwe GLB. ‘Boeren die hier niet aan voldoen, zullen bijgevolg niet in het GLB kunnen stappen en dus niet aan Europese premies en subsidies geraken’, vervolgt Desmyter. Daarnaast zijn deze conditionaliteiten verplicht. Als landbouwers deze niet implementeren worden ze bijgevolg gesanctioneerd. Desmyter: ‘Deze sancties bevatten aftrek op rechtstreekse betalingssteun zoals die van het VLIF. Ook de uitbetaling voor plattelandsontwikkeling, zoals bijvoorbeeld agromilieumaatregelen kan in mindering worden gebracht.’

Teeltrotatieverplichting op bedrijfsniveau

Volgens Desmyter bezorgt de teeltrotatieverplichting op bedrijfsniveau melkboeren minder kopzorgen. Die regel zegt dat een boer vanaf 2024 op minimaal een derde van zijn bouwlandareaal jaarlijks aan gewasrotatie moet doen. Specifiek houdt dat in: ofwel past hij een andere hoofdteelt toe dan die van het jaar daarvoor, ofwel implementeert hij een tussenteelt van minimum 12 weken die tot een andere gewassoort behoort. Bouwlanden met meerjarige teelten krijgen een uitzondering. ‘De mogelijkheid om voor deze rotatieverplichting een vanggewas te implementeren, zorgt voor meer ademruimte’, weet Desmyter. ‘Naast het GLB moeten boeren namelijk, afhankelijk van het gebiedstype, ook aan een bepaald doelareaal vanggewassen voldoen dat geldt voor de mestbank.’

Nog geen definitief GLB

Het Vlaams GLB zit vandaag muurvast, waardoor een definitief kader nog niet op poten staat. Maar dat is nog geen reden om niet vooruit te kijken. ‘De verplichtingen met betrekking tot de randvoorwaarden kunnen we nu al onder handen nemen’, weet Desmyter. ‘De maatregelen die we nu kennen zullen hoogstwaarschijnlijk ook in het toekomstig GLB gelden.’