Nieuw handelsakkoord met Nieuw-Zeeland zet druk op Europese zuivelsector
‘Het nieuw vrijhandelsakkoord met Nieuw-Zeeland zet druk op de Europese zuivelindustrie’. Dat zegt Lien Callewaert, algemeen directeur bij Belgische confederatie van de Zuivelindustrie BCZ-CBL.
Volgens afspraken in het akkoord mogen Nieuw-Zeelandse zuivelproducten in de eerste helft van 2024 tariefvrij Europa binnen komen. Dat werkt concurrerend op de EU-zuivelmarkt stelt Callewaert.
‘Ondanks dat ook omgekeerd onze producten tariefvrij naar Nieuw Zeeland mogen, biedt dit weinig nieuwe opportuniteiten voor de Europese zuivelindustrie’, weet Callewaert. ‘Nieuw-Zeeland is immers een erg kleine markt, met zeer weinig vraag naar ingevoerde zuivelproducten.’ In dat kader voorspelde het Joint Research Centre (JRC) van de Europese commissie, dat de huidige positieve handelsbalans voor zuivel kan negatief kan evolueren, oplopend naar een verschil van 90 miljoen euro.
Met duurzame zuivel marktkansen benutten
Dat het akkoord op vlak van zuivel geen win-win situatie oplevert voor beide kanten vindt BCZ jammer. ‘Juist nu de Europese melkveehouders en hun zuivelbedrijven sterk investeren in de verduurzaming van de sector’, vervolgt de directeur. ‘Desalniettemin werken Belgische zuivelbedrijven verder aan de verduurzaming van de sector.’ Met dit imago willen ze marktkansen benutten met respect voor klimaat en milieu.
BCZ blijft pleiten voor andere vrijhandelsakkoorden
Wat betreft de internationale context pleit BCZ voor het vlot onderhandelen van nieuwe vrijhandelsakkoorden die wel potentieel voor de Europese zuivelsector zorgen. Hierbij wordt gedacht aan de groeimarkten Indonesië en Thailand. ‘In de onderhandelingen met Maleisië en de Filippijnen mag de Europese Commissie gerust een versnelling hoger schakelen’, aldus Callewaert.