GLB-voorwaarden realistisch voor veel derogatiebedrijven
Voor veel Nederlandse melkveebedrijven die tot nu toe deelnamen aan derogatie, betekenen de plannen voor het nieuwe Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) geen extreme aanpassingen aan het bouwplan.
Wel zijn er veel vragen over nieuwe teeltvoorwaarden en zorgen met name de verplichte bufferstroken voor onzekerheid, zo constateren adviseurs in de rundveesector. ‘Voor melkveehouders betekent het in 90 procent van de gevallen nog altijd dat aanmelden voor het GLB een verstandige zet is’, stelt Dennis Schneider van adviesorganisatie Exlan. ‘Als je je niet aanmeldt, laat je echt een groot geldbedrag liggen.’
Bufferstroken ook verplicht in Nitraatactieprogramma
Daar waar deelname aan het GLB vrijwillig is, geldt dat niet voor maatregelen vanuit het Zevende Nitraatactieprogramma. In dat Nitraatactieprogramma staat dat bufferstroken in 2023 verplicht zijn voor elk bedrijf. ‘Dat maakt de stap om deel te nemen aan het GLB minder groot’, legt Scheider uit. De stapeling van regels wordt ook nog eens aangevuld met maatregelen rondom derogatie. ‘Derogatie vervalt in 2026, maar de komende jaren zorgt deelname aan derogatie ervoor dat je bepaalde vrijstellingen hebt bij het GLB’, vertelt Schneider. ‘Het voordeel van stoppen met derogatie is dat je meer mais kunt gaan telen, maar je beperkt jezelf in de mestplaatsingsruimte. Het is echt een zaak van goed doorrekenen of advies inwinnen wat voor jouw bedrijf het beste past.’
Negatieve sfeer rondom GLB
Ook Mark Strikkeling, adviseur rundveehouderij bij ABAB, krijgt veel vragen over het GLB. ‘Er zijn nog wel open eindjes, maar de contouren zijn wel helder. In de praktijk denk ik dat voor veel melkveebedrijven de beperkingen mee zullen vallen’, aldus Strikkeling. Hij wijst op de teelt van grasklaver, die in de GLB-plannen kan bijdragen aan het verkrijgen van een hogere hectarevergoeding. ‘Er zijn al best veel veehouders met ervaring met deze teelt en zij hebben gezien wat het per hectare kan opleveren zonder bemesting. Als je bufferstroken inzaait met kruidenrijke mengsels, kan dat wellicht nog wat bijdragen aan de koegezondheid.’
De adviseurs stellen dat er een negatieve sfeer heerst rondom de GLB-plannen, maar dat kan bijdraaien als veehouders eens wat gaan rekenen en zich gaan verdiepen in de voorwaarden. ‘Als je dan eens gaat rekenen, dan lijken de gevolgen vaak te overzien’, aldus Schneider.
In het novembernummer van Veeteelt staat een uitgebreid verhaal over het nieuwe GLB, inclusief berekeningen van twee voorbeeldbedrijven.
