Politiek

Einde derogatie wordt ‘gamechanger’

LTO wil een generieke krimp van de sector voorkomen
LTO wil een generieke krimp van de sector voorkomen

Het aflopen van derogatie gaat rampzalige gevolgen krijgen voor veel melkveehouders. Die vrees sprak Erwin Wunnekink, vakgroepvoorzitter melkveehouderij bij LTO Nederland, uit tijdens het Nationale Melkveecongres in Gorinchem.

‘Het aflopen van derogatie wordt een gamechanger voor de sector. Er is geen mestplaatsingsruimte, de mestafzetkosten worden nog hoger. En door de gestegen kostprijs lukt het nu al de helft van de veehouders niet om de kostprijs betaald te krijgen. Als we niets doen, gaan er echt ongelukken gebeuren’, zo waarschuwde Wunnekink. 

Extra tijd vragen bij de EU

Het tekort aan mestplaatsingsruimte kan volgens Wunnekink nog verder oplopen, als het landbouwministerie binnenkort nutriënten verontreinigde gebieden (NV-gebieden) zal aanwijzen waarvoor strengere bemestingsnormen gaan gelden. ‘Dat zal voor een extra prijsdrijvend effect op de mestmarkt gaan zorgen.’ Volgens Wunnekink zijn er een aantal opties. ‘We moeten twee, drie jaar extra tijd vragen voor een zachte derogatielanding bij de EU. Het is echt onmogelijk om binnen een jaar het mestplaatstingstekort op te lossen. We zullen in die extra tijd aan de slag moeten met krimp van de veestapel. Dat kan via afroming bij overdracht van fosfaatrechten of vrijwillige uitkoop.’ Ook pleit Wunnekink voor het toelaten van spuiwater als kunstmestvervanger, wetende dat de goedkeuring daarvan al jaren een strijd is.

Beter af met 20 procent minder koeien

Wunnekink lichtte zijn recente uitspraak toe dat de sector beter af zou zijn met 20 procent minder koeien. ‘Als de veestapel elk jaar 1 procent krimpt, dan gaat dat over 15.000 koeien. Dat is op jaarbasis 450.000 kubieke meter mest. Bij een huidige prijs van 20 tot 25 euro per kuub is dat een bedrag van 9 tot 10 miljoen euro dat in de sector blijft.’ 

Wunnekink wil door zelf te sturen op een krimp, een generieke krimp voorkomen. ‘Een generieke krimp treft iedereen. Ik maak geen vrienden als ik zeg dat de sector beter af is met 20 procent minder koeien. Maar we moeten op zoek gaan naar een manier waarop krimp van de veestapel ons zo min mogelijk pijn gaat doen. Als we nu niets doen, komen er echt heel veel bedrijven in de problemen.’