Nieuws

Nu ook fokwaarden klauwgezondheid voor brown swiss en fleckvieh

Met een fokwaarde klauwgezondheid voor fleckvieh willen fokkerijorganisaties de negatieve trend voor klauwgezondheid in het ras ombuigen
Met een fokwaarde klauwgezondheid voor fleckvieh willen fokkerijorganisaties de negatieve trend voor klauwgezondheid in het ras ombuigen

Met de indexdraai van december introduceerde het rekencentrum in Oostenrijk fokwaarden klauwgezondheid voor stieren van de rassen brown swiss en fleckvieh uit Duitsland, Oostenrijk en Tsjechië. 

De genetische aanleg voor klauwgezondheid blijkt de laatste twintig jaar voor beide rassen te verslechteren. In het fleckviehras is deze daling sterker dan in het brown swissras. Met de introductie van fokwaarden voor klauwgezondheid willen de fokkerijorganisaties deze negatieve trend ombuigen.

Registraties van 600.000 koeien

De Oostenrijkse fokwaarden voor klauwgezondheid zijn onder andere gebaseerd op de registraties van dierenartsen en professionele klauwverzorgers van ruim 600.0000 koeien op 11.000 bedrijven in Duitsland en Oostenrijk. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van informatie over de uitval van koeien vanwege klauwproblemen. Ook blijkt de genetische aanleg voor klauwgezondheid samen te hangen met fokwaarden voor frame en beenwerk. Daarom worden ook deze kenmerken meegenomen bij de berekening van fokwaarden voor klauwgezondheid van stieren.

Samengestelde relatieve fokwaarde

Het Oostenrijkse rekencentrum schat fokwaarden voor verschillende aandoeningen, zoals mortellaro, wittelijndefecten en zoolzweren en combineert deze in een samengestelde fokwaarde voor klauwgezondheid. Deze fokwaarde wordt uitgedrukt als een relatieve fokwaarde met een gemiddelde van 100 en een spreiding van 12. Hoe hoger de fokwaarde van een stier, hoe minder klauwproblemen bij de dochters verwacht mogen worden. Fokwaarden klauwgezondheid worden berekend voor zowel genoomgeteste als dochtergeteste stieren.