Mest scheiden bij de bron kan financieel renderen

Als urine geaccepteerd wordt als kunstmestvervanger (renure), kan het voor veehouders bedrijfseconomisch interessant worden om te investeren in mestscheiding bij de bron.
Het financieel rendement voor een bedrijf met 100 koeien varieert, afhankelijk van de gebruikte techniek en de veebezetting, tussen de min 15.000 en plus 6.000 euro. Deze conclusie trekken onderzoekers van Wageningen Livestock Research op basis van experimenten op Dairy Campus. In de rekensommen is het rendement van ammoniakreductie nog niet meegenomen.
Koetoilet en tegelvloer
Op Dairy Campus zijn twee technieken voor de scheiding van mest in urine en dikke fractie onderzocht. Het gaat onder andere om het koetoilet, waarbij urine wordt opgevangen als koeien een krachtvoerstation bezoeken. De tweede techniek is deels nog in ontwikkeling en betreft een doorlaatbare tegelvloer boven een kelder. Bij gebruik van het koetoilet wordt ongeveer een derde van de urine in zuivere vorm opgevangen. De kelder onder de tegelvloer vangt alle urine op, maar in deze mestfractie komt ook een deel van de dikke fractie terecht.

Aan eisen voor renure voldaan
Bij scheiding van mest door het koetoilet komt 13 procent van de stikstof, 0 procent van de fosfaat en 25 procent van de kali in de urine terecht. Bij scheiding met de tegelvloer is dat respectievelijk 49, 10 en 78 procent. Daarbij is de verhouding tussen koolstof en stikstof (C:N-verhouding) in de urine uit het koetoilet 1,3 en in de dunne fractie onder de tegelvloer 2,0. Hiermee voldoen beide meststromen aan de eis voor een renure-meststof dat deze verhouding lager moet zijn dan 3.
Een andere eis is dat de verhouding tussen minerale en organisch gebonden stikstof hoger moet zijn dan 90 procent. Aan deze eis voldoet de urine uit het koetoilet net wel en de dunne fractie van de tegelvloer net niet. Overigens hoeft dit geen belemmering te zijn voor erkenning, omdat voldoen aan een van beide eisen voldoende is.
Besparen op mestafzet en kunstmestaankoop
Als urine wordt goedgekeurd als kunstmestvervanger, kunnen veehouders die investeren in een techniek om urine apart op te vangen besparen op de kosten voor mestafzet en aankoop van stikstof, fosfaat en kali via kunstmest. Zonder derogatie moet alle stikstof boven de 170 kg per hectare worden afgevoerd. Bedrijven met een veebezetting van zowel 1,5 als 2 koeien per hectare hebben dan een mestoverschot.
Bij de inzet van urine uit het koetoilet als kunstmestvervanger daalt het mestoverschot, maar bij 2,0 koeien per hectare moet dan nog steeds mest worden afgevoerd. Bij gebruik als kunstmestvervanger van de dunne fractie onder de tegelvloer is er geen sprake meer van een mestoverschot. Met de afvoer van mest wordt niet alleen stikstof afgevoerd, maar ook fosfaat en kali. Om aan de behoefte van gewassen te voldoen, moet dit gecompenseerd worden door aankoop via kunstmest.
Tot 6.000 euro financieel voordeel
De onderzoekers berekenden de totale besparingen voor een bedrijf met 100 koeien. Daarbij gingen ze uit van een prijs voor mestafzet van 25 euro per kuub en prijzen voor de aankoop van stikstof, fosfaat en kali van respectievelijk 1,18, 1,22 en 0,74 euro per kg. Voor een bedrijf met koetoiletten is de totale besparing 15.000 euro bij zowel 1,5 als 2 koeien per hectare. De jaarlijkse kosten voor koetoiletten werden berekend op 16.500 euro. Per saldo kost deze investering dan 1.500 euro per jaar.
Investeren in een tegelvloer kost op een bedrijf met 100 koeien en 1,5 koe per hectare per saldo 14.000 euro per jaar. Maar bij een veebezetting van 2,0 koeien per hectare is er een jaarlijks financieel voordeel van 6.000 euro.
Beperking ammoniakemissie niet meegeteld
In dit onderzoek is alleen gerekend aan besparing op de kosten voor mestafvoer en aankoop van kunstmestvervangers. Maar mestscheiding bij de bron is ook een methode om de emissie van ammoniak te beperken, wat ook financieel voordeel op kan leveren.