Stikstofdepositie op natuur daalde sterk sinds jaren negentig
De stikstofdepositie op natuurgebieden is in de afgelopen dertig jaar sterk gedaald. Toch wordt de milieuconditie van circa 62 procent van het natuurareaal nog als matig of slecht aangemerkt.
Dit blijkt uit een publicatie van het Compendium voor de Leefomgeving dat zich baseert op cijfers van het RIVM en de provincies en berekeningen van WUR.
Grootste overschrijding weg
Het areaal landnatuur waar de stikstofdepositie hoger is dan de kritische depositiewaarde – dat wil zeggen de waarde waarboven natuurschade ontstaat – nam tussen 1994 en 2020 af van circa 75 procent naar circa 62 procent. Het areaal waar deze overschrijding groter is dan 20 kg stikstof per hectare nam in dezelfde periode af van 50 procent naar bijna 0.
Verbetering milieucondities
De forse afname van de stikstofdepositie had ook grote gevolgen voor de beoordeling van de milieucondities voor natuurgebieden. Het areaal waarvan de conditie als slecht werd beoordeeld, daalde van 67 procent in 1994 naar 18 procent in 2020. Het areaal dat de kwalificatie matig kreeg steeg van 9 naar 45 procent. En het areaal waarvan de milieuconditie de waardering goed kreeg, steeg van 2 naar 16 procent. Circa 22 procent van het natuurareaal is niet gevoelig voor stikstof.
Sinds 2010 stagnatie
Het Compendium voor de Leefomgeving wijst er op dat de daling in de stikstofdepositie sinds 2010 stagneert, met name omdat de ammoniakuitstoot nauwelijks verder is afgenomen. Tussen 2013 en 2017 is de ammoniakuitstoot zelfs iets toegenomen door uitbreiding van de melkveestapel. Deze trend is ook zichtbaar in de gemeten ammoniakconcentraties in het landelijk meetnet.
De volledige publicatie en alle cijfers zijn te downloaden van de site van het Compendium voor de Leefomgeving.