Maatschappij

RIVM start onderzoek naar residuen in mest

Er is nog veel onbekend over de effecten van resten van gewasbeschermingsmiddelen in mest op insecten en weidevogels
Er is nog veel onbekend over de effecten van resten van gewasbeschermingsmiddelen in mest op insecten en weidevogels

Het ministerie van LNV heeft het RIVM opdracht gegeven om onderzoek te doen naar de aanwezigheid van resten van gewasbeschermingsmiddelen in mestvlaaien uit de wei.

Met dit onderzoek wil het ministerie meer inzicht krijgen in de concentraties van residuen en de risico’s die dit op zou kunnen leveren voor insecten en weidevogels. Het RIVM zal het onderzoek uitvoeren op een steekproef van melkveebedrijven waarbij onder andere rekening zal worden gehouden met grondsoort en verschillen in krachtvoergebruik.

Conclusies onvoldoende wetenschappelijk

Aanleiding voor de opdracht aan het RIVM is een rapport van de particuliere onderzoekers Jelmer Buijs en Margriet Sanwel-Manthing uit 2019 waarin een relatie werd gesuggereerd tussen de afname van het aantal weidevogels en resten van gewasbeschermingsmiddelen in krachtvoer en mest.

Onderzoekers van Wageningen UR concludeerden dat dit onderzoek niet goed was uitgevoerd waardoor de conclusies niet wetenschappelijk konden worden onderbouwd. Het College toelating gewasbeschermingsmiddelen (Ctgb) stelde daarnaast vast dat de gevonden concentraties beneden de wettelijke normen lagen.

LBI signaleert gat in kennis

De verschillende onderzoeken werden afgelopen periode besproken in de Tweede Kamer. Dit leidde tot een motie waarin het ministerie van LNV werd verzocht om te laten inventariseren wat er bekend is over de residuen van gewasbeschermingsmiddelen in mest en de mogelijke gevolgen voor insecten en weidevogels.

Het Louis Bolk Instituut, dat dit onderzoek uitvoerde, kwam tot de conclusie dat er over dit onderwerp nog een groot gat in kennis is.

Het ministerie verwacht de conclusies van het RIVM uiterlijk begin volgend jaar.