Nieuwe eisen PlanetProof: hogere levensduur en meer kruidenrijk gras
Een hogere levensduur per afgevoerde koe, meer kruidenrijk grasland en een stapsgewijze reductie van broeikasgas- en ammoniakemissies.
De ongeveer 800 veehouders die deelnemen aan het programma On the way to PlanetProof, moeten komende jaren toewerken naar strengere productie-eisen om hun melk te mogen blijven leveren onder dit duurzaamheidskeurmerk.
Zo zal de huidige eis van de gemiddelde levensduur bij afvoer van gemiddeld vijf jaar en zes maanden jaarlijks met één maand worden verhoogd. Daarnaast moet het minimale areaal blijvend grasland (nu is dat 40 procent) verhoogd worden met 10 procent en moet minimaal 7 in plaats van 5 procent van het grasland bestaan uit kruidenrijke percelen. Dat blijkt uit de nieuwe eisen van de organisatie Stichting Milieukeur (SMK), die het keurmerk beheert. De nieuwe eisen gelden vanaf 1 januari 2025.
Toetsing via KringloopWijzer
Op dit moment maken zuivelverwerkers FrieslandCampina en Farmel gebruik van het keurmerk. Zij betalen een meerprijs aan de veehouders die aan de voorwaarden kunnen voldoen. In welke mate de huidige 800 veehouders nu al aan de nieuwe voorwaarden kunnen voldoen, kan Herman Docters van Leeuwen, projectleider Melk bij SMK, niet precies aangeven.
‘Een groot deel van de veehouders voldoet steeds aan de individuele eisen. De ambitie zit erin dat elke ondernemer aan alle normen voldoet. Er gelden overgangstermijnen, waardoor veehouders in stappen investeringen kunnen doen om aan de nieuwe eisen te voldoen’, legt hij uit. ‘Diverse van de opgelegde criteria worden getoetst aan de hand van data uit de KringloopWijzer. Daarmee en met aanvullende data maken we ook analyses. Zo is het beeld ontstaan dat het voor boeren met een extensieve bedrijfsvoering veel lastiger is om aan de eisen voor CO2-emissie per kg melk te voldoen dan voor de intensievere veehouders. Uit analyses blijkt dat die relatie niet een-op-een geldt. Omdat we de garantie willen bieden dat ook boeren met veel extensief kruidenrijk grasland mee kunnen doen, geldt voor hen een uitzonderingsregeling.’
Prijskaartje voor deelname
Het verschilt volgens Docters van Leeuwen per bedrijf of de investeringen die de deelnemende veehouders moeten doen, rendabel zijn. Dat hangt ook af van de vergoeding die de veehouders krijgen van hun zuivelfabriek. ‘Bij de onderhandelingen rondom het Landbouwakkoord heeft de retailsector aangegeven dat ze het duurzaamheidsniveau van de producten in het vers-schap in de winkel naar een hoger niveau willen brengen. Daar hangt een prijskaartje aan. Op die duurzaamheidsvraag spelen we in met ons keurmerk. Maar wij gaan niet over de prijsvorming en wat er uiteindelijk aan de ondernemer wordt betaald.’
