N-residu biedt houvast voor beter waterkwaliteit

Het meten van het stikstofresidu (N-residu) in landbouwgronden is een goed instrument om met bedrijfsmanagement te sturen op waterkwaliteit.
Dat blijkt uit een recente bericht op VerantwoordeVeehouderij.nl die drie praktijkonderzoeken van Koeien en Kansen toelicht. Uit deze praktijkonderzoeken blijkt dat management een grote impact heeft op het N-residu. Een voorbeeld van bedrijfsmanagement is het sturen op bemesting en het aanpassen van het beweidingsschema.
Meer gebiedsgerichte aanpak
Nederland heeft sterk ingezet op generieke milieuregels voor landbouw, zoals gebruiksnormen voor stikstof en fosfaat, een verbod op bemesting in kwetsbare perioden en bufferstroken langs waterlopen. Toch blijkt uit de praktijk dat deze algemene maatregelen niet overal voldoende effect hebben. De waterkwaliteit blijft onder druk staan. Daarom wil de Nederlandse landbouw inzetten opeen meer gebiedsgerichte en data-gestuurde aanpak.
Grenswaarde per grondsoort en uniform meetprotocol
Een voorbeeld van deze gebiedsgerichtere aanpak is het meten van het nitraatresidu. Uit de praktijkproeven blijkt dat dit een goed instrument voor doelsturing op waterkwaliteit, op voorwaarde dat er een eenduidige onderbouwde grenswaarde per grondsoort wordt vast gesteld. Daarnaast moet er ook een uniform meetprotocol voor het N-residu worden ontwikkeld.