Fotoserie: Mens, dier en omgeving komen samen op Hof Scholten-Meilink
Mens, dier en omgeving staan centraal op het bedrijf van de familie Meilink. Ze houden 220 melkkoeien in het Duitse Hoogstede, hebben een maisdoolhof en organiseren kinderfeestjes. Het sociale aspect leverde hen samen met focus op diergezondheid en -welzijn al verschillende prijzen op.
Net over de grens in Duitsland, in het district Grafschaft Bentheim, ligt het melkveebedrijf van de Duitse Wiljan en Gisela Meilink en hun vier dochters. Het bedrijf, dat oorspronkelijk een akkerbouw- en varkensbedrijf van de ouders van Gisela was, bouwden de veehouders in 2001 om tot een melkveebedrijf. Door de jaren heen groeiden ze van 65 naar 220 melkkoeien. Ze bouwden daarvoor in 2007 en 2013 een extra stal en zetten volop in op efficiëntie, diergezondheid en het betrekken van de burger bij het bedrijf.
Al twee keer beste melkproducent van Nedersaksen
De hoofdtak van het bedrijf is de melkproductie. De 220 melkkoeien hebben een rollend jaargemiddelde van 13.200 kg melk met 3,80% vet en 3,40% eiwit. De melk leveren de veehouders aan de Duitse coöperatie DMK. Al twee keer, in 2005 en 2018, mochten ze zichzelf de beste melkproducent van Nedersaksen noemen en namen ze de ‘Gouden Olga’ in ontvangst. Dit is een prijs waarbij de jury niet alleen kijkt naar de melkproductie, maar naar het hele bedrijf en de melkveehouders. Zo kijkt de jury ook naar diergezondheid en dierwelzijn, sociale aspecten en ecologie.
Niet afhankelijk van melkprijs
Toen de melkprijs in 2010 heel laag lag, bijna op 20 cent, stonden de veehouders voor een keuze: meer koeien gaan houden of een neventak gaan starten om genoeg geld binnen te krijgen. Meer koeien houden wilden de veehouders niet. Daarom zochten ze naar een neventak die niet afhankelijk is van de melkprijs en waar geen grond voor gehuurd of mest voor afgevoerd moet worden. Zo startten de veehouders met kinderfeestjes en de verhuur van ruimte voor familiefeestjes en bedrijfsbijeenkomsten. Later kwam daar een 3,5 ha groot maisdoolhof bij.
Goed scoren op diergezondheid
De 'Gouden Olga' is niet de enige prijs die de Duitse melkveehouders wonnen. Vorig jaar deed de familie mee aan een diergezondheidswedstrijd van MSD. Van heel Duitsland en Oostenrijk werden ze derde in de categorie vruchtbaarheid. De tussenkalftijd ligt op 406 dagen en er zijn 2,1 inseminaties per dracht nodig. Een van de aspecten waardoor de veehouders een goede vruchtbaarheid bij de koeien realiseren, is door de pinken niet alleen naar leeftijd, maar ook naar gewicht te insemineren. ‘Ze moeten minimaal 13,5 maand oud zijn en 380 kg wegen. Op een leeftijd van 12 maanden hebben ze dat gewicht meestal al, maar op die leeftijd insemineren vind ik ethisch gezien niet goed’, vertelt de melkveehouder. De vaarzen kalven af op gemiddeld 24 maanden.
Fotoserie
In het augustusnummer van Veeteelt is een uitgebreide reportage te lezen over het bedrijf van Meilink. Fotografe Simone Smit legde de bedrijfsvoering vast in een mooie fotoserie.
