Bijna driekwart van de melkveehouders checkt biestkwaliteit
Meer dan 70 procent van de 50 bevraagde melkveehouders checkt de kwaliteit van de biest met een brix-, refracto-, of colostrummeter.
Dat bleek uit een enquête van de Universiteit Gent dat kadert in het Europees DECIDE-project. Dit vijfjarig Horizon 2020-project wil managementtools ontwikkelen die het tijdig opsporen, beheersen en behandelen van dierziekten makkelijker maakt.
Meeste problemen met kalveren in eerste weken
Uit die enquête bleek ook dat slechts een klein percentage (<10%) van de melkveehouders de colostrum soms pasteuriseert. Ongeveer de helft van de veehouders geeft minstens 2 dagen colostrum. Verder werden de meeste problemen gezien bij de kalveren tussen de 11 dagen en 7 weken oud, maar ook veel in de periode tot 6 maanden.
Kalveren worden vaak gevaccineerd
De meeste ondervraagden waren het er over eens dat kalverpneumonie serieuze impact heeft op de kalveren en hun prestaties. Meer dan de helft vaccineerde alle kalveren in 2022 tegen (pinken)griep en ziet de dierenarts als betrouwbare bron voor informatie over kalverpneumonie. Bijkomend gaf 35 procent aan de zieke kalveren te scheiden van gezonde in een eenlingenbox.
Technologie niet altijd noodzakelijk
Zo’n 15 procent van deze veehouders maakt gebruik van mechanische ventilatie. Als laatste lijken de deelnemers het ermee eens dat technologie voor kalvermanagement duur is en niet altijd noodzakelijk. Op het bedrijf van de deelnemers waren er gemiddeld 134 lacterende melkkoeien, overwegend holstein. De gemiddelde 305 dagenproductie was 9362 liter.
