Huisvesting

Mogelijk meer piekbelasters door nieuwe RAV-lijst

Naar schatting een kwart van de melkveebedrijven heeft een emissiearme vloer
Naar schatting een kwart van de melkveebedrijven heeft een emissiearme vloer

Het aantal bedrijven dat als piekbelaster aangemerkt wordt, kan als gevolg van nieuwe RAV-normen voor emissiearme vloeren, toenemen. Dat stelt Jeroen van Boxmeer, ROM-adviseur bij DLV Advies.

‘Op basis van een onderzoeksrapport naar emissiearme stallen – waaruit bleek dat emissiearme vloeren geen ammoniak reduceren – heeft het kabinet besloten de werking van emissiearme rundveestallen aan te passen’, zo legt Van Boxmeer uit. ‘Mijn verwachting is dat de emissie op de RAV-lijst daarbij kan verdubbelen. Dat heeft nu al gevolgen voor de vergunningverlening, maar kan er ook voor zorgen dat bedrijven die nu uitrekenden dat ze geen piekbelaster zijn, dat straks wel zijn.’

Een kwart bedrijven heeft emissiearme vloer

Naar schatting heeft een kwart van de rundveehouders een emissiearme vloer. ‘Die is nu op papier niet meer emissiearm’, aldus Van Boxmeer. Bij het onderzoek naar emissiearme systemen waren de Lely Sphere en het Koetoilet niet betrokken.

Of en wanneer de overheid de nieuwe RAV-normen bekendmaakt, is volgens Van Boxmeer niet bekend. ‘Afgelopen jaren hebben we wel twee tot drie keer per jaar aanpassingen van de RAV-lijst gezien door de minister. Dus het zou heel goed dit jaar nog kunnen. Het is een gevoelig onderwerp en het is niet bekend of het controversieel verklaard wordt als gevolg van de val van het kabinet.’

Stoppersregeling

Van Boxmeer wijst op het aflopen van de stoppersregeling voor piekbelasters in april 2024. ‘Er komen nieuwe normen. Dat kan betekenen dat een bedrijf dat eerst niet in aanmerking kwam, omdat zijn depositie op Natura 2000 te laag was, nu wel in aanmerking komt. Doordat het bedrijf dan op papier ineens bijvoorbeeld bijna twee keer zo veel uitstoot. Dit kan grote verschuivingen geven in de ranking van de bedrijven en kan ook een verschil maken tussen wel of niet deelnemen aan de Lbv of wel of niet in aanmerking komen voor de Lbv-plus.’

Bestaande vergunningen

Bedrijven met een bestaande vergunning hoefden zich volgens minister Adema geen zorgen te maken.  De vraag is echter wat er gebeurt als er toch handhavingsverzoeken komen van milieuorganisaties. Van Boxmeer verwacht dat milieuorganisaties deze verzoeken gaan indienen voor enkele bedrijven, om een statement te maken. ‘Dan volgt de discussie of de vergunning in zijn geheel ingetrokken moet worden ten behoeve van de natuur, waarvan de uitkomst moeilijk te voorspellen is.’