‘Verdeel verlate eerste snede over veel kuilplaten’
Veehouders die nu nog gras van de eerste snede op het land hebben staan, doen er volgens Sjon de Leeuw van PPP Agro Advies verstandig aan om de komende dagen niet blindelings de maaier in het gras te zetten.
De draagkracht kan tussen percelen en zelfs binnen percelen sterk verschillen, ervaart de adviseur. Een grote partij gras van de uitgestelde eerste snede kan volgens hem het best over zo veel mogelijk kuilplaten worden verdeeld.
Veel slechter wordt het niet
De weersvoorspellingen beloven een langere droge periode en daarmee de kans om uitgesteld veldwerk in te halen. In sommige gebieden moet nog een belangrijk deel van de eerste snede worden gemaaid. Sjon de Leeuw van PPP Agro Advies adviseert veehouders voordat ze gaan maaien eerst een ronde door het veld te maken om de draagkracht te onderzoeken. ‘De verschillen tussen percelen en zelfs binnen percelen kunnen ontzettend groot zijn’, spreekt hij uit eigen ervaring. ‘Op sommige plaatsen staat nog steeds water tussen het gras’, ziet hij.
‘Op basis van draagkracht kun je bepalen waar en wanneer je begint. Met een dik pak gras erop zal het land niet snel opdrogen, maar als het weerbericht een langere droge periode voorspelt, kan het toch verstandig zijn om nog even te wachten met maaien’, adviseert De Leeuw. ‘De kwaliteit van het gras is nu toch al slecht. Veel slechter zal het in die paar dagen niet meer worden.’
Grof en weinig smakelijk
De eerste snede die nu nog op het land staat, is volgens De Leeuw uitgegroeid, grof, suikerarm en weinig smaakvol. Daarnaast is het gras lastig te verdichten. Hij adviseert dan ook om het gras zo kort gesneden als mogelijk in te kuilen. Hakselen heeft hierbij de voorkeur.
Op basis van het aantal hectares eerste snede dat nog geoogst moet worden, kan een inschatting worden gemaakt van het aandeel dat de verlate eerste snede uit zal maken van de totale voervoorraad. ‘Als dit aandeel beperkt is, kun je dit gras reserveren voor de droge koeien en het jongvee’, vervolgt De Leeuw zijn verhaal. ‘Maar als het om een grotere hoeveelheden gaat, ontkom je er niet aan om ook een deel aan de melkkoeien te voeren.’
Sjon de Leeuw, adviseur PPP Agro Advies:Gebrek aan suikers in combinatie met een kletsnatte ondergrond maken de verlate eerste snede een lastig te conserveren product. Daarbij is het risico op verhoogde ruwasgehaltes groot en daarmee de kans op vorming van boterzuur en ammoniak
Voersnelheid extra belangrijk
In beide situaties is het volgens hem belangrijk dat het gras wordt ingekuild in een vorm waarbij de voerkwaliteit behouden blijft tijdens het voeren. ‘Voersnelheid is bij dit product extra belangrijk’, benadrukt de adviseur. ‘Balen zijn voor kleinere partijen een goede optie. Maar dan moet de draagkracht het wel toelaten om balen te maken en van het land te halen’, geeft hij aan. Daarbij adviseert De Leeuw om zo kort mogelijk te laten snijden. Een alternatief is om het gras eerst te hakselen en daarna in balen te persen.
Broeirisico beperken
Veehouders die nog veel eerste snede moeten inkuilen, krijgen van De Leeuw het advies om dit grove gras over zo veel mogelijk kuilplaten te verdelen om het voeren ervan te verdelen over een lange periode. Boven op de eerste snede kunnen dan latere sneden worden gekuild om de kwaliteit aan te vullen en broeirisico’s bij uitkuilen te beperken. Ook een vochtig bijproduct als afdekking kan broei voorkomen.
Suikers of zuren toevoegen
Het gebrek aan suikers in combinatie met een kletsnatte ondergrond maken de verlate eerste snede een lastig te conserveren product. Daarbij is het risico op verhoogde ruwasgehalten groot en daarmee de kans op vorming van boterzuur en ammoniak. Dit bederft de smaak. Om de voeropname te stimuleren adviseert De Leeuw om suikers – bijvoorbeeld in de vorm van melasse – of zuren toe te voegen. ‘Van melasse moet je wel 250 tot 500 kg per hectare toevoegen om effectief te zijn. Dat kan eigenlijk alleen op de kuil om extra rijschade in het veld te voorkomen. Van zuren (bijvoorbeeld mierenzuur) is maar 3 à 4 kg per ton product nodig, wat het makkelijker maakt om het over de wiers of tijdens het hakselen toe te voegen.’