Gras

Veel eiwit en weinig suiker in natte eerste voorjaarskuilen

De eerste voorjaarskuilen hebben een hoger boterzuurgehalte en een hoger NH3-aandeel
De eerste voorjaarskuilen hebben een hoger boterzuurgehalte en een hoger NH3-aandeel

De eerste voorjaarskuilen kenmerken zich door veel eiwit, weinig suiker, een laag drogestofgehalte en een hoge onbestendige eiwitbalans. Dat blijkt uit de analyses van de eerste 1000 voorjaarskuilen door Eurofins. 

Het sombere voorjaar zorgde ervoor dat het suikergehalte met 79 gram per kg droge stof ruim beneden het meerjarig gemiddelde (93 gram per kg ds) uitkwam. Het ruweiwitgehalte was met name in de in april gemaakte kuilen met 190 gram per kg droge stof fors hoger dan andere jaren, net als de oeb-waarde (69 g/kg ten opzichte van 43 normaal). 

Laag drogestofgehalte

Het natte weer zorgde daarnaast voor kuilen met een relatief laag drogestofgehalte. De aprilkuilen hadden een drogestofaandeel van 36,8 procent. 

De voorjaarskuilen zijn door de combinatie van een laag drogestof- en suikergehalte met een hoger ruwas- en ruweiwitgehalte lastiger te conserveren, merkt Eurofins op. Dat is ook terug te zien aan een hoger boterzuurgehalte (2,1 g/kg) en een hoger ammoniakaandeel (9,6 procent). 

Tabel 1 – Voederwaarde voorjaarskuilen (bron: Eurofins Agro 2024)