Meer weidegang, minder klauwproblemen

Op bedrijven die weidegang toepassen is het aantal koeien met klauw- of beenproblemen lager dan op bedrijven die de koeien volledig op stal houden. 

Dat blijkt uit een onderzoek op 629 Duitse melkveebedrijven, dat gepubliceerd is in het wetenschappelijk tijdschrift Plos One. 

Bijna vijftig procent weidt niet

Op alle bedrijven werd via de kreupelheidsscore geconstateerd dat gemiddeld 29,4 procent van de koeien een vorm van kreupelheid vertoonde. Bijna de helft van de bedrijven (47,6 procent) paste geen weidegang toe. Op 23,8 procent van de bedrijven gingen de koeien minder dan 3 uur naar buiten. In deze groep ging het vooral (72 procent) om een uitloop of weidegang van de droge koeien.

Optimum tussen 10 en 13 uur weidegang

Naarmate het aantal uren weidegang op een melkveebedrijf toeneemt, daalt ook het percentage koeien met klauw- en beenproblemen, aldus de onderzoekers. Ze constateerden wel een optimum. Het laagste percentage kreupele koeien (16 procent) werd geconstateerd bij 10 tot 13 uren weidegang. Bij meer uren weidegang steeg het percentage licht. Zie figuur 1.

Het percentage kreupele koeien heeft op bedrijven die weidegang toepassen wel een seizoenseffect. Bedrijven die meer dan drie uur weiden, hebben vooral in het voorjaar en de zomer kreupele koeien. Op bedrijven die niet weiden werd geen seizoenseffect waargenomen.

De onderzoekers stellen dat een minimale hoeveelheid uren weidegang, minder dan drie uur, al kan bijdragen aan minder klauw- of beenproblemen.

Klik hier om de studie te bekijken (tekst in het Engels).