Gras

Hooimelkers onderzoeken aansluiting bij concept ‘Heumilch’

hooi
Het uiteindelijke doel van de vereniging voor hooimelkers is een eigen melkstroom

‘Iedere hap hooi is een stap vooruit’. Met deze woorden opende Henry Kuijt afgelopen vrijdag het nationaal hooimelkcongres in IJsselstein

Melkveehouder Kuijt is een van de leden van de vereniging voor hooimelkers. Hij verwelkomde op zijn bedrijf ruim honderd belangstellenden voor het concept om koeien louter te voeren met vers gras en hooi. ‘Het voeren van hooi is gezond voor de koe, het draagt bij aan meer eiwit van eigen land en bevordert de levensduur van de koe’, aldus Kuijt, die 5 jaar geleden een speciale schuur met een hooidrooginstallatie bouwde. 

Minder voerkosten moeten vaste kosten compenseren

Gedroogd hooi is kwalitatief duidelijk anders dan traditioneel op het land gedroogd hooi. Het bevat vooral meer bestendig eiwit dan kuilgras, zo werd duidelijk tijdens de studiedag. De belangstellenden twijfelden niet aan de kwaliteit, maar keken reikhalzend uit naar de financiële consequenties van hooimelken. Daarover had Rick Hoksbergen van accountantskantoor Countus zich gebogen. Voor de bouw van een hooischuur voor een bedrijf met ruim 100 koeien rekende Hoksbergen 400.000 euro, voor de installatie, zoals de grijparm en drooginstallatie, nog eens 238.000 euro. Alleen op basis van vaste kosten betekende dat jaarlijkse meerkosten van ruim 33.000 euro ten opzichte van een bedrijf met sleufsilo’s, zo rekende Hoksbergen voor. 

‘De hogere voerefficiëntie en hogere voeropname kunnen jaarlijks een besparing van 20.000 euro opleveren’, aldus Hoksbergen. ‘Ook de veld- en voerverliezen zijn bij de hooiboeren lager, evenals de machinekosten. Wel moet je rekening houden met meer arbeid, omdat je vanwege de droogcapaciteit vaker kleinere hoeveelheden moet hooien.’ 

Ook zonder extra melkgeld rendabel

Voor de jaarlijkse energiekosten rekende Hoksbergen 25.000 euro, maar hij zag nog besparingen in plastic en een lagere veevervanging door hogere levensduur. Toch durfde Hoksbergen de stelling wel aan dat hooimelken ook zonder extra melkgeld of subsidie rendabel kan zijn.

hooi1
Het drogen van gras tot hooi vraagt hoge investeringen

Mogelijk groene subsidies

De vereniging van hooimelkers had een breed programma opgesteld en ook beleidsmakers uitgenodigd als sprekers. Zo werd Jos Geenen, beleidsmedewerker van de provincie Utrecht, enthousiast over het reduceren van sleufsilo’s, waardoor perssapverliezen afnemen. Hij wilde hij zich wel hard maken voor investeringssubsidies. Ook de veronderstelling dat het beter benutten van eiwit zorgt voor minder emissies sprak hem aan. 

Rob van Eijck van het Nationaal Groenfonds zag kansen voor financieringsvormen. Hij wees op het Groenfonds waar komende jaren 130 miljoen euro beschikbaar is om duurzame investeringen mede te financieren.

Aparte melkstroom als doel

Aan het enthousiasme van sprekers en bezoekers lag het niet tijdens het symposium niet, dat passend gehouden werd in de hooidroogschuur. Maar voorzitter Harrold Dubbink was zich terdege bewust van het financiële vraagstuk, dat ook Hoksbergen maar ten dele had weten weg te nemen. ‘Het uiteindelijke doel van onze vereniging is een aparte melkstroom realiseren, zodat we 5 cent per kg melk meer kunnen krijgen’, zo schetste hij in het slotwoord. 

‘We hebben al contact gezocht met het Oostenrijkse concept ‘Heumilch’. We zijn nu aan het onderzoeken aan welke randvoorwaarden we moeten voldoen om aan te sluiten. Daar werkt het concept, de consument is bereid er meer voor te betalen. Met een goed concept zou dat toch hier ook moeten kunnen.’