Gras bevat ’s middags 50 gram meer suiker dan ‘s ochtends
Het suikergehalte van vers gras is in de middag gemiddeld 50 gram per kilo droge stof hoger dan vroeg in de ochtend.
Dit blijkt uit een analyse door onderzoekers van adviesbureau Groeikracht en Wageningen Livestock Research van bijna 500 vers grasmonsters van 15 bedrijven. Deze monsters werden in het groeiseizoen van 2021 genomen voor het praktijkproject ‘Graslandmanagement voor reductie van methaan en ammoniak’.
Weer zorgt voor variatie
Het suikergehalte in gras varieert tijdens het groeiseizoen sterk van dag tot dag en van bedrijf tot bedrijf met minima van minder dan 50 gram per kilo droge stof en maxima van meer dan 300 gram per kilo droge stof. Volgens de onderzoekers wordt het suikergehalte sterk beïnvloed door de hoeveelheid zonlicht en neerslag, maar ook door de verhouding tussen stengel en blad en het bemestingsniveau. Hoe hoger het ruweiwitgehalte in gras, des te lager het suikergehalte.
In de middag constant
Het gemiddelde suikergehalte van alle monsters die om 7.00 uur ’s ochtends werden genomen lag in 2021 op 100 gram per kilo droge stof. Dit liep gedurende de ochtend langzaam op naar een gemiddelde van 150 gram per kilo droge stof aan het begin van de middag. Daarna bleef het suikergehalte gedurende de middag redelijk constant.
Koude nachten, hoge pieken
Vroeg in het voorjaar was het suikergehalte gemiddeld het hoogst met een waarde van circa 250 gram per kilo droge stof. De verklaring hiervoor is dat grasplanten op zonnige dagen veel suikers aanmaken en tijdens koude nachten weinig suikers verbruiken. In de maand april werden ook de grootste uitschieters in suikergehalte gemeten. Zo worden in nachten met vorst de suikers bewaard in het gras met hoge pieken in het gehalte tot gevolg.
Laagste suiker in september
In de loop van het groeiseizoen daalde het gemiddelde suikergehalte naar circa 100 gram per kilo droge stof in september. Daarna liep het suikergehalte weer iets op. In 2020 vonden de onderzoekers vergelijkbare resultaten.