Stierkalveren hebben vaak longontsteking bij verkoop

Bij aankomst op vleeskalverbedrijven heeft 17 procent van de stierkalveren longontsteking. Dat blijkt uit onderzoek uitgevoerd binnen het Vlaamse VLAIO PneumoNEE-project, zo meldt DGZ.

Bij negentig procent van deze kalveren verloopt de ontsteking subklinisch en zijn er geen ziekteverschijnselen zichtbaar.

Kans op sterfte tot acht keer groter

Kalveren met longontsteking lopen een groter risico op sterfte. Bij een eenmalige longontsteking is die kans drie tot vier keer groter dan bij gezonde kalveren. Bij chronische longontsteking is de kans zelfs tot acht keer groter.

Ook laten studies zien dat longontsteking een negatief effect heeft op het warm karkasgewicht en de karkaskwaliteit. Zo zou het karkasgewicht van een kalf dat een keer longontsteking heeft gehad, zo’n 8 kg lager zijn. Bij een kalf dat meerdere longontstekingen heeft gehad kan dat zelfs oplopen tot 42 kg.

Meer risico op lagere Seurop-kwalificatie

Ook de karkaskwaliteit heeft te lijden van longontstekingen. Zo hebben kalveren die longontsteking hebben gehad 2,5 keer meer kans op een te rode kleur van het vlees of tien keer meer kans op een lagere Seurop-kwalificatie.

DGZ raadt veehouders aan subklinische longontsteking uit te sluiten door een longecho te laten maken voorafgaand aan verkoop. Het verhogen van de weerbaarheid van kalveren is een andere optie. Kalveren met een goed gewicht (meer dan 50 kg op een leeftijd van twee weken) en voldoende biestopname worden minder makkelijk ziek. Vaccinatie van kalveren of moederdieren tegen pinkengriep en/of het bovine coronavirus kan ook een positieve rol spelen bij het tegengaan van longontsteking.