Gezondheid

Opmars besnoitiose in België: 45 besmettingen in 2022

Stekende vliegen brengen het zo goed als onbehandelbare besnoitiose over
Stekende vliegen brengen het zo goed als onbehandelbare besnoitiose over

Het aantal met besnoitiose besmette runderen in België is de afgelopen jaren flink gestegen. De rundveesector werkt daarom aan een wettelijk kader om besmette dieren beperkingen op te kunnen leggen.

Sinds 2019 trof Veepeiler bij zestig uit risicolanden geïmporteerde dieren antistoffen tegen besnoitiose aan. Dat meldt DGZ. Het merendeel (45 stuks) werd afgelopen jaar opgespoord, tien dieren werden in 2021 positief getest en in 2020 en 2019 spoorde Veepeiler achtereenvolgens drie en twee besmette dieren op.

Nu nog niet aangifteplichtig

Op dit moment is runderbesnoitiose in België nog niet aangifteplichtig en geldt er geen wettelijke plicht om de ziekte te bestrijden. Vanwege het grote risico dat de ziekte vormt voor de Belgische rundveesector, werkt de sector aan een wettelijk kader. Voor dieren die besmet zijn besnoitiose krijgen zullen dan beperkingen gelden.

Besnoitiose dook in België voor het eerst op in 2012. De van oorsprong subtropische ziekte is zo goed als onbehandelbaar. De ziekte wordt veroorzaakt door een eencellige parasiet (protozo) en wordt overgebracht via bloedzuigend vliegen, zoals dazen en stalvliegen. Aankoop van symptoomloze dragerdieren vormt de grootste risicofactor.

Flinke economische verliezen

De meeste dieren vertonen enkel wat cysten ter hoogte van de oogslijmvliezen, stelt DGZ. Sommige dieren vertonen andere symptomen die in verschillende fasen verlopen; van koorts, oedeem ter hoogte van de kop, hals en borststreek en diarree tot overgevoeligheid voor zonlicht. Na enkele weken kan een algemene huidontsteking ontstaan. Deze letsels genezen heel moeilijk en zijn pijnlijk voor het dier. De ziekte kan tot flinke economische verliezen leiden, onder meer vanwege een daling van de productie.

DGZ raadt veehouders aan ‘om besmette dieren als de bliksem op te sporen, ze op te stallen en zo snel mogelijk naar het slachthuis af te voeren. Alleen op die manier kun je de rest van je dieren beschermen.’